"Ik ben de Deur; als iemand door Mij naar binnen gaat, zal hij behouden worden; en hij zal ingaan en uitgaan en weide vinden." (Johannes 10:9)
De Goede Herder, die Zichzelf nog steeds zo niet heeft voorgesteld in dit gedeelte blijkt ook nog eens de Deur te zijn. Jezus is namelijk niet eerst de Goede Herder. Het is niet zo dat iedereen zomaar even achter Jezus kan gaan aanlopen. Niet iedereen mag met Jezus mee de schaapskooi uit ook. En dat is maar goed ook, want dan zou Jezus een Herder zijn die Zijn schapen niet eens kent en dan zou Hij ook niet weten of er een schaap onderweg achterblijft.
Want wie mogen er met Jezus mee om uit te gaan en weide te vinden? Degenen die door de Deur naar binnen zijn gegaan. Die neemt Jezus als Herder mee naar buiten. Wanneer is iemand in die schaapskooi een schaap van een bepaalde Herder? Op het moment dat Hij door die Herder naar binnen is gegaan. En daarom gaat Jezus je eerste vertellen dat Hij de Deur is. En eigenlijk is dat net als met die deurwachter, die alleen een echte herder binnenliet. Op het moment dat er een herder kwam om zijn schapen op te halen, ging deze herder in de opening staan en was hij de deur. Hij riep zijn schapen en hij telde ze één voor één. Net zo lang te hij het aantal schapen had die hij die avond ervoor had binnen gebracht.
Want wie zijn er behouden? Wie zijn er veilig? Dat zijn de schapen die door de Deur naar binnen gegaan zijn. Dat zijn degenen die de Schaapherder bij de deur heeft aangeraakt en erbij heeft geteld. Dat is wat Jezus eerst doet. Als jij Jezus wil volgen, dan telt Hij jou erbij. En Hij kent zelfs je naam. En als je langs Hem de schaapskooi ingaat, dan mag je ook verzekerd zijn van Zijn zorg. En als Hij dan met Zijn schapen de wereld in wil trekken en je voedsel in overvloed wil geven, dan staat Hij weer in de Deur en op het moment dat Hij je roept en jij Zijn stem hoort, dan mag je opstaan en met Hem meegaan. Hij staat in de opening en elk schaap van Hem wat door Hem binnenkwam, kijkt Hij aan, Hij noemt je naam en Hij telt je erbij.
Als je in de wijde wereld bent en met Jezus meeloopt, dan ben je geen onbekende voor Jezus. Hij ziet je staan. Hij ziet je ècht staan. Voor Jezus doe jij ertoe. Je hoort er helemaal bij! Of je nu gevlekt bent, het zwarte schaap bent of niet zo goed mee kunt komen, Jezus telt je erbij als Hij in de opening staat en je meeneemt als een schaap van Zijn kudde.
En als je niet door Hem binnen bent gegaan, maar als een herderloos schaap of als een schaap van een slechte herder? Dan zegt Jezus dat Hij jouw herder wil zijn. Dan wil Hij je erbij tellen en je een schaap van Zijn kudde maken. En als Hij dan de volgende dag uitgaat om weide te vinden, dan telt Hij ook jou erbij.
Gebed: Trouwe Herder, U telt mij erbij. U kent mij zelfs bij mijn naam en ik wil echt geloven dat U mij ziet staan. En dat U echt zorg voor mij draagt. Ik vertrouw me toe aan U.