"Toen ging Abram op weg, zoals de HEERE tot hem gesproken had, en Lot ging met hem mee. Abram was vijfenzeventig jaar oud, toen hij uit Haran vertrok." (Genesis 12:4)
Het valt allemaal niet zo duidelijk op, maar als je het een en ander bij elkaar brengt, dan blijkt er toch nogal wat vreemds aan de hand te zijn met het gehoorzamen van Abram. En je moet heel goed lezen om dat te doorzien, maar wat je dan ziet is opmerkelijk en ook waarschuwend. Want heeft Abram nu echt naar God geluisterd, of gaat Abram voor een deel toch zijn eigen weg en luistert hij helemaal niet zo goed naar God als dat het lijkt?
De opdracht die Abram kreeg was dat hij op weg moest gaan, zijn land uit, zijn familiekring uit en ook zijn vader verlaten. En dan staat er in vers 4 dat Abram 75 jaar oud was toen hij uit Haran vertrok. Dat is leuk dat het er staat, maar tussen het begin van vers 4 en het eind van vers 4 gebeurt er nogal wat. Want Abram vertrok namelijk helemaal niet uit Haran op het moment dat God het roept. Op het moment dat God tegen hem spreekt, bevind hij zich in Ur der Chaldeeën.
Lees even vers 31 van het vorige hoofdstuk. Dat staat dat Terah, de vader van Abram en zijn kleinzoon Lot, een zoon van een broer van Abram en de vrouw van Abram, vertrokken uit Ur der Chaldeeën om naar Kanaän te gaan. De reis naar Kanaän was voor hen nog niet bekend, want de toekomst was nog onbekend. Achteraf is Genesis geschreven, maar op dit moment weet Abram dit nog niet, maar de reis begint wel. En wie neemt Abram mee? Zijn vader, zijn neefje en zijn vrouw. En wat was de opdracht? Abram mocht wel zijn vrouw meenemen, maar niet zijn vader en zijn neefje. Het huis van zijn vader en zijn familie moest hij verlaten.
Abram ging wel op weg, maar hij kon zijn vader niet loslaten en ergens ook zijn neefje niet. Misschien dat Lot is meegegaan omdat zijn vader meeging, maar Abram nam zijn houvast mee op weg met God. Abram wilde wel gaan, maar niet alleen met God. Zijn vader was zijn houvast, zijn vader kon hij niet loslaten. Wat de gedachten zijn geweest, weten we niet, maar ergens heeft Abram niet alleen durven gaan en hij had iemand nodig die hij vertrouwde en die bij hem zou blijven. Maar hoe dan ook was dit tegen de opdracht van God.
En wat blijkt dan in vers 4? Abram komt maar op de helft van zijn tocht. Hij strandt in Haran. Misschien kon zijn vader niet verder, misschien was er een andere reden, maar Ze komen vanuit Ur in Haran en aan het eind van vers 4 kan hij pas verder. En welk moment was dat? Dat was het moment van vers 32 van het vorige hoofdstuk: De vader van Abram stierf in Haran.
Als je niet alles loslaat en je vastigheden wilt vasthouden naast God, dan kom je uiteindelijk niet op je bestemming van je leven. Je kunt niet in je bestemming wandelen, als je God niet helemaal vertrouwt. Je zult altijd maar ten dele je bestemming vinden, als je andere houvasten wilt hebben dan God alleen. En pas als al je houvast wegvalt en je alleen met God gaat, zul je op je bestemming komen.
Gebed: HEER, misschien ben ik ook maar op de helft van wat U met mij wil, omdat ik buiten U houvast heb in allerlei dingen die ik niet wil loslaten. Kom tot Uw doel met mij.