"één lichaam en één Geest, zoals u ook geroepen bent tot één hoop van uw roeping." (Efeze 4:4)
We zouden die band van de eenheid van de Geest bewaren. Tenminste die conclusie trokken we naar aanleiding van vers 3. De opdracht was om ons te beijveren om op hoofdzaken de eenheid te bewaren. En straks in vers 5 komt Paulus nog wel terug op welke zaken tot de kern behoren, maar eerst maakt hij wel een heel duidelijk statement. Eigenlijk maakt hij in vers 4 het 'waarom' van die eenheid wel heel erg duidelijk. De band van de vrede waardoor we deze eenheid van de Geest moeten bewaren bestaan namelijk uit één lichaam.
Er is volgens Paulus een band van de vrede waardoor de eenheid mogelijk is. Maar het dan wel even goed om ons heel erg bewust te zijn wat die band van de vrede is, of waar deze uit bestaat. Het gaat om maar één woord: 'één'! Het heeft er mee te maken dat er totaal geen onderscheid is, niet in geloof, niet in doop, niet in de Heer, maar in de eerste plaats ook niet in het lichaam.
Stel je voor dat je hand zou zeggen tegen je voet: "stom geval, ik wil jou niet meer zien en wil jou gaven ook niet meer gebruiken". Dan zouden we een lastige situatie krijgen. Het is heel simpel, maar je hand zou nergens meer komen als je voeten er niet meer zouden zijn. En je hand zou kunnen zeggen: "jij voet, je bent echt zo anders als ik, je past gewoon niet bij mij." Dat zouden we toch wel heel vreemd vinden, maar ondertussen vinden we het niet vreemd als leden van het lichaam van Christus zich achter elkaar losmaken van elkaar, elkaar veroordelen en afwijzen en niets meer met elkaar te maken willen hebben. Zo zou het niet moeten zijn, want de band van de vrede begint hiermee dat we beseffen dat we één lichaam zijn.
Dat geldt voor Joden en heidenen als ze in Jezus geloven, maar laten we vooral dichterbij huis beginnen. Die ander die misschien minder ver is in de kennis van Jezus, maar ook die ander die gewoon er echt niet mee overweg kan dat jouw gebruiken anders zijn dan de zijne, die ander is op het moment dat hij in Christus is, onderdeel van hetzelfde lichaam. En hoe onmogelijk het soms ook is, die enorme diversiteit is nog nodig ook om het hele lichaam compleet te krijgen. Daarbij zeggen we niet dat iemand nooit geen stappen hoeft te zetten in geloof, maar wel dat elke gelovige onderdeel is van hetzelfde lichaam, waar Jezus het hoofd van is.
Als we dat beseffen gaan we anders naar elkaar kijken, maar ook anders met elkaar om. We zijn allemaal geroepen tot ene hoop, de redding van ons hele leven voor de totale eeuwigheid. Daarin ziet God ons als één, maar zo mogen we ook leren om elkaar als één te zien. En op dezelfde manier dat we door één Geest geleid worden en door de Geest aanvaard zijn, op diezelfde manier moeten we ook in het lichaam van Jezus elkaar aanvaarden en leiden.
Gebed: Vader, het gaat bij U altijd om éénheid. Het gaat bij U om liefde voor elkaar en trouw voor elkaar zoals U dat ook doet naar elk van Uw kinderen. Als ik dat moeilijk vind, helpt U mij dan beseffen dat we één lichaam zijn.