"Het is tevergeefs dat u vroeg opstaat, laat opblijft, brood eet waarvoor u moet zwoegen: de HEERE geeft het Zijn beminden in de slaap." (Psalm 127:2)
Sommige teksten zijn niet wat het lijkt. Dat komen we ook in deze tekst tegen. De psalm begint met iets heel herkenbaars en misschien zelfs ook wel woorden die maar al te vaak worden uitgesproken. Zeker het als de winterseizoen in de kerk weer is begonnen, dan wordt psalm 127 nogal eens een keer aangehaald. Alles is tevergeefs als God Zijn zegen er niet aan geeft. En, wordt er dan bij gezegd, de zegen van de HEER krijgen Zijn kinderen in de slaap. Maar staat dat er ook echt?
De pelgrim in deze psalm is wel heel duidelijk over het bouwen van het huis. Overigens lijkt het hier helemaal niet om kerkenwerk te gaan, maar gewoon het huisgezin van de pelgrim. Zeker omdat de schrijver het later ook nog heeft over de kinderen die het eigendom van de HEER zijn en de zonen die als pijlen in de pijlkoker zijn. Het gaat dus vooral om het gezin. Daarnaast heeft het ook zeker wel betrekking op de stad. En toch, zou het daar echt om gaan?
Ik denk dat we eerlijk kunnen zeggen dat wij soms zwoegen in ons leven alsof alles van ons zwoegen afhangt. Ja, natuurlijk zeggen we wel dat we de zegen van God nodig hebben, maar toch, we sloven wat af. Het kost ons zelfs onze nachtrust. Soms lig je wakker van al je zorgen en soms werk je tot diep in de nacht door. Je wilt toch wat verdienen, de tijd is economisch al niet zo makkelijk en zelfs tot in de kerk toe, verwacht iedereen toch van alles van je? En toch is dat nu juist wat deze pelgrim je wilt leren onderweg naar Huis.
Je kunt je namelijk druk maken zoveel je wilt, maar zonder de zegen van God mislukt het. Maar daar blijft het niet bij, want dat kunnen wij dan wel zeggen dat we de zegen van de HEER nodig hebben, maar een pelgrim zegt dit niet alleen, maar een pelgrim past zijn agenda daar ook op aan. Want weet je wat er letterlijk staat in het tweede vers? Het is tevergeefs dat u vroeg opstaat, laat opblijft, brood eet , moet zwoegen: Hij geeft Zijn beminden slaap. We ontvangen de zegen van de HEER niet in de slaap, maar Hij geeft ons slaap. Dat staat er in het Hebreeuws.
Weet je wat wij mogen leren beseffen? Dat te druk zijn, niet is wat God bedoelt. Want tè druk zijn heeft te maken met zwoegen in eigen kracht. God is anders, God geeft Zijn beminden slaap! We mogen als beminden van de HEER slapen, omdat God ons die slaap ook wil geven. Verantwoordelijk zijn in je werk, dat is zoals God het wil, maar je rust nemen is ook je verantwoordelijkheid. Onder de zegen van de HEER hoeven we niet uren over te werken, tot diep in de nacht, onder de zegen van de HEERE is er ook een tijd van rusten. Tot we uiteindelijk echt mogen rusten tot in eeuwigheid! En tot dat moment krijgen we onze slaap van God Zelf!
Gebed: HEER, dank U wel dat ik mag slapen, dat U een tijd van werken geeft onder Uw zegen, maar ook een tijd van slapen onder Uw zegen! U spaart mij en beschermt mij door mij ook slaap te geven.