"Zijn dienaren vertelden David deze woorden. Toen was het in de ogen van David een goede zaak om schoonzoon van de koning te worden. En de dagen waren nog niet voorbij of David stond op." (1 Samuël 18:26)
Wat zou er met je gebeuren op het moment dat je overwinning na overwinning boekt? Wat doet dat met jouw innerlijk, met jou hart? Dit is een hele belangrijke vraag. We hebben al gezien dat David niet overmoedig werd, maar verstandig bleef handelen. Maar daar is nog niet alles mee gezegd, want verstandig zijn is wel bijzonder, maar hoe ga je naar jezelf kijken? David zou door alles wat hij deed, heel veeleisend en hoogmoedig kunnen worden. Zeker omdat hij meer overwinningen binnenhaalt dan Saul.
Het is wel een eerlijke, maar ook wel een confronterende vraag hoe jij zou reageren. David had eigenlijk wel iets wat hij zomaar zou kunnen opeisen bij Saul. Er stond immers nog een belofte open. Saul had beloofd dat degene die Goliath zou verslaan, zijn oudste dochter Merab tot vrouw zou krijgen. Dat is nogal wat, dan krijg je niet alleen de dochter van de koning, maar dan word je ook schoonzoon van de koning. Dat is heel hoog in aanzien.
Uiteindelijk gebeurt er eerst helemaal niets, David gaat in opdracht van Saul op oorlogspad, maar van Merab hoort hij helemaal niets meer. Het is wel heel opmerkelijk dat David daar ook geen woorden aan vuil maakt. Hij eist niet, maar eerder gebeurt het tegenovergestelde. Natuurlijk heeft hij Goliath overwonnen en natuurlijk kun jij voor Gods Koninkrijk grote daden hebben gedaan, maar dat geeft geen enkele reden om meer te zijn dan die je bent. Want als Saul uiteindelijk toch met Merab aankomt, dan wil David er eigenlijk helemaal niet aan beginnen. David wil helemaal niet meer zijn dan dat hij is. Zou hij, David, de zoon van een onbetekenende vader in Israël, schoonzoon van de koning worden?
Dit is wel echt het karakter van David, de man naar Gods hart. Hij wil niet meer zijn dan dat hij is. En misschien heeft hij zelfs voor Merab helemaal niets gevoeld. We weten niet wat er precies gebeurde, maar ineens is Merab aan iemand anders weggegeven. Saul had sowieso verkeerde bedoelingen met David, want hoewel hij gewoon recht had op zijn dochter, wilde Saul dat David zou strijden voor de Heere, waarbij hij hoopte dat David zou omkomen.
Maar dan gebeurt er nog iets. David wordt verliefd op Michal, de andere dochter van Saul. En weer bedenkt Saul dat het wel mooi zou uitkomen als hij er iets voor in beweging zou zetten, waardoor de kans dat David in de strijd zou omkomen groot zou zijn. En nog een keer benoemd David dat hij echt geen schoonzoon van de koning kan zijn. Hij kan niet eens een bruidsschat betalen. David is niet hoogmoedig of veeleisend, al had hij recht op de dochter van Saul.
Uiteindelijk vraagt Saul om honderd voorhuiden van Filistijnen. Dat zou dan de bruidsschat moeten zijn, alsof het hoofd van Goliath niet genoeg was. Uiteindelijk gaat David hiermee akkoord. Misschien wel vooral om Michal en niet om deze positie en David haalt een dubbele overwinning voor Saul. Maar het hart van David verlangde ernaar om gewoon te mogen zijn die hij was, zonder hoogmoed, ondanks wat God hem had laten winnen. Wat een les voor ons als we mogen dienen voor God, op welke plaats dan ook.
Gebed: Vader, alles wat ik win, win ik in Uw kracht, ik wil nooit mijzelf verheffen of hoogmoedig zijn, maar nederig van hart zodat U mij kunt verhogen.