"En brengt het gemeste kalf en slacht het, en laten we eten en vrolijk zijn." (Lukas 15:23)
Het is opmerkelijk dat de vader in de gelijkenis op geen enkele manier meer terugdenkt aan het verleden van zijn zoon. Tenminste, hij komt er nergens meer op terug. Al is dat wellicht wat te makkelijk gezegd. Want als je kijkt naar wat hij gaat doen op het moment dat zijn zoon weer terug is, dan laat hij ook iets zien wat het met hem zelf heeft gedaan. Deze vader laat namelijk niet alleen zien welke houding wij nodig hebben in geestelijk vaderschap, maar hij laat ook zien wat het hele gebeuren hem heeft gedaan.
Hij laat het gemeste kalf slachten. Dat lijkt zo'n zinnetje waar je niet veel mee kunt en waar je nogal snel overheen leest. Maar het zinnetje doet er wel degelijk toe. Dit gemeste kalf stond altijd klaar voor het moment dat er een onverwachte gast kwam, die je altijd wel verwachtte. Het is eigenlijk het symbool van gastvrijheid en de verwachting die er was dat er ineens iemand kon komen die de moeite nam om op bezoek te komen. En die gemeste kalf, slacht de vader nu voor zijn zoon.
In deze daad blijkt dat de vader zijn zoon heeft gemist en dat hij oprecht blij is dat hij er weer is. Het beste van zijn vee laat hij nu slachten. Want het terugkomen van zijn zoon is alsof hij hem uit de dood terugkrijgt. Zo zegt hij het ook letterlijk. Deze zoon was dood, maar is weer levend. En daar heeft hij het beste voor over. Eigenlijk is dit bij God natuurlijk net zo. Op het moment dat een zondaar tot inkeer komt, staat het Lam klaar als geslacht. Jezus is door de Vader gegeven om het mogelijk te maken dat wij terug kunnen komen. AL zit dit natuurlijk niet in het gemeste kalf. Al hoewel, het allerbeste van het kalf, het vet, waarvoor hij gemest was, dat was niet voor het feest, maar dat ging op het offer voor God. Het allerbeste is voor God bedoeld, ook in deze gelijkenis.
Tegelijk laat deze gelijkenis zien hoe de vader voelt dat hij zijn kind is kwijt geweest. Dat is iets heel dieps. Het heeft de vader zoveel gedaan, dat hij, nu zijn zoon terug is, ook laat merken hoe blij hij is, zo blij dat hij het allerbeste daarvoor over heeft. Zo blij is God, als wij door geestelijk vaderschap, de ander helpen terug te komen bij Hem, Die Alles gaf in Zijn Zoon. God is oprecht blij dat dode zondaren tot leven komen. Hij was ze namelijk kwijtgeraakt, maar Hij krijgt hen terug. Terugkomen bij God, laat ook iets zien van het gemis dat God de Vader heeft gevoeld. Dat laat Hij niet overheersen, dat gebruikt Hij niet als iets in het gesprek, maar Hij laat het wel merken dat Hij degene die bij Hem komt, echt heeft gemist. God kan niet zonder diegenen die nog verloren zijn. Dat raakt Hem aan Zijn Vaderhart. Laten we dat ok beseffen en laten we ook de pijn voelen van de tijd dat we anderen zijn kwijtgeweest op het moment dat ze terugkomen.
Gebed: Heer, U gaf het Allerbeste, dank U voor Uw Zoon. Wilt U mij leren om te voelen wat het gemis deed op het moment dat anderen terugkomen en help mij oprecht blij te zijn, zoals U dat bent.