“Hij zei: Ik heb mij zeer voor de HEERE, de God van de legermachten, ingezet. De Israëlieten hebben immers Uw verbond verlaten, Uw altaren omvergehaald en Uw profeten met het zwaard gedood. Ik alleen ben overgebleven, en zij staan mij naar het leven om het mij te benemen.” (1 Koningen 19:14)
Het leven van een gelovige gaat niet altijd over rozen, sterker nog, soms is er zoveel dat je kan overvallen dat je denkt dat het van jou niet langer meer hoeft. En dat omslagpunt kan ineens bereikt zijn. Je hebt zoveel tegenwerking gehad, terwijl je zo voor de Heer je werk deed, dat je die eindeloze tegenstand niet langer meer aan lijkt te kunnen. En ik denk dat iedere gelovige, die Jezus echt volgt, hier regelmatig mee te maken krijgt. Aan de ene kant zal het je scherp moeten houden of dat de tegenstand komt omdat je door zielskracht aan het werk bent geweest of dat het komt omdat je door de Geest hebt gewerkt.
Bij Elia was het overduidelijk de Geest geweest Die hem had gedreven. Alles wat er op de Karmel was gebeurd, was onder leiding van Gods Geest gebeurd, dat is wel duidelijk. Zielskracht kenmerkt zich namelijk door vaak heel krampachtig iets moeten bereiken, vaak wel met goede bedoelingen, maar waar de leiding van de Geest in ontbreekt. Als er dan tegenstand komt, kan het ook zijn dat God zegt: “Stop eens even, jij hoeft het niet te doen”. Maar als het door het werk van de Geest komt, waarin jij in alle ontspanning je alleen maar kon laten gebruiken en er komt tegenstand, dan zou je bijna zeggen dat die tegenstand toch een zegen is?
Maar dat is zeker niet wat Elia voelde. Dit was voor hem echt geen zegen. Hij zag het, nadat Izebel hem ging achtervolgen, helemaal niet meer zitten en gaat depressief en uitgevochten de woestijn in en hij wil er echt mee stoppen, want deze tegenstand kan hij niet meer aan. Een soort van zelfmedelijden overvalt hem. En in zijn zelfmedelijden vertelt hij aan God hoe verschrikkelijk het allemaal is. En zelfs als God hem dan ontmoet in de stilte, dan steekt hij nog een keer zijn zelfmedelijdende klaagzang af.
En blijkbaar kan dit bij God. God breekt bij de tweede keer zijn woordenstroom ook niet af. Hij laat hem ook uitspreken, maar niet om hem in die zelfmedelijden te laten zitten. Weet je, het is allemaal niet dat het je machteloos overkomt. Misschien zit jij er op dit moment ook helemaal middenin en hoeft het van jou op deze manier allemaal echt niet langer. Je bent niet passief in wat je overkomt, als je Jezus volgt als discipel. Als discpel weet je dat er tegenstand komt, maar Jezus had toch gezegd: “Ik ben met je”?
Blijf niet hangen in zelfmedelijden of negatieve gedachten dat het toch allemaal niets is en niets meer wordt. Als je om je heen kijkt, zonder God, dan lijkt het hopeloos, maar er is wel hoop. Dus sta op, ga terug naar je plaats en wees trouw in wat God je vraagt te doen. God zal je zegenen en Hij is met je!
Gebed: Heer, ook ik heb momenten dat het even niet meer lukt en het zo zwaar voelt, maar ik wil altijd in Uw weg blijven gaan, ontmoet mij telkens als ik het dreig op te geven.