“Zij leiden hen vóór de apostelen, en die legden hun, nadat zij gebeden hadden, de handen op.” (Handelingen 6:6)
Op het eerste gezicht lijkt er niet zoveel te gebeuren bij de handoplegging van de eerste diakenen. Als je het oppervlakkig zou lezen, dan zou je kunnen zeggen dat het meer een symbool was waarmee de diakenen werden aangesteld. Iets dat er wel bij hoorde, wat misschien normaal was, maar waarmee niets bijzonders gebeurde. Toch, als je beter gaat lezen dan vallen er echt wel een paar opmerkelijke dingen op.
Het eerste dat opvalt is dat de apostelen ergens in de problemen komen en ze teveel bezig zijn met organisatorische dingen en vooral ook het omzien naar de armen en de weduwen. Dat is een reden dat de apostelen overgaan tot het aanstellen van diakenen. Dit moeten mannen zijn die dienen. Daarmee lijkt het allemaal opgelost te zijn, maar voor ons thema over handoplegging is er toch echt nog wel meer te zeggen.
Wat er meer te zeggen is, kun je zien in het vervolg en vooral het vervolg bij Stefanus. De mannen die ze uitkiezen zijn mannen met een goed getuigenis, vol van de Heilige Geest en van wijsheid. Ondanks dat de mannen die ze gezocht hebben aan deze voorwaarden voldeden, lezen we nergens dat er al grote dingen door hen gebeurden. Blijkbaar waren deze mannen wel zichtbaar genoeg om uitgekozen te worden, maar er was nog geen beweging in hun bediening op een manier waardoor de Heilige Geest met kracht aan het werk was.
Als dan deze zeven mannen gevonden zijn brengen ze hen bij de apostelen en nadat zij gebeden hadden, leggen de apostelen hen de handen op. Het staat er als een soort bijzin, alsof het iets symbolisch of iets zakelijks is, maar als je dan doorleest wat er met Stefanus gebeurt, dan kom je tot de conclusie dat er meer gebeurde. Daarbij is er nog een naam die opvalt, dat is de naam van Filippus. Beide mannen komen we later tegen en we zien bij hen beiden dat hun bediening vanaf dat moment is bekrachtigd.
Bij Stefanus is dat het meest zichtbaar. Direct na de handoplegging lezen we dat hij vol van geloof en kracht was, maar ook dat hij grote wonderen en tekenen deed onder het volk. Het heeft ook direct gevolgen voor zijn leven, maar het is duidelijk dat er direct iets gebeurt bij hem. En ook bij Filippus zien we eigenlijk hetzelfde gebeuren. Hij blijkt uiteindelijk ook evangelist te worden en God spreekt duidelijk door hem heen. Handoplegging met betrekking tot de bediening die God heeft voor gelovigen, is dus veel meer dan een symbolische daad. Het is directe overdracht van de kracht van de Heilige Geest door de handen van de apostelen. Als voorgangers en predikanten, maar ook in andere functies in de kerk, de handen opgelegd krijgen, laat dat niet een symbool zijn, maar een daad in geloof! En welke bediening het ook is, ook als het misschien minder zichtbaar is, maar laten we veel meer in geloof mensen de handen opleggen en hen in beweging zetten voor het Koninkrijk! Niet elke diaken blijkt in dezelfde kracht te hebben gestaan, na dit moment, van anderen horen wij niets meer, maar is het daarom dat Paulus, Timotheüs herinnert aan zijn moment van handoplegging.
Gebed: Heer, U bedenkt niet alleen symbolische dingen, U wilt Uw Geest krachtig overdragen in het leven van ons allemaal. Geef ons inzicht in de kracht die U geeft door handoplegging heen.