“Daarom herinner ik u eraan de genadegave van God die in u is door de oplegging van mijn handen, aan te wakkeren. Want God heeft ons niet gegeven een geest van vreesachtigheid, maar van kracht en liefde en bezonnenheid.” (2 Timotheüs 1:6 en 7)
Er komt nog een tweede moment dat Paulus tegen Timotheüs zegt dat hij zuinig moet zijn op dat wat hij door handoplegging heeft gekregen. Ook dit heeft alles te maken met de andere kant van het verhaal, die van de ontvanger. Nadat we gisteren al zagen hoe belangrijk het is om de genadegaven van God niet te veronachtzamen, is Paulus nu nog krachtiger in zijn woorden. Het is goed om een stukje besef te krijgen wat de gevolgen zijn van handoplegging.
Paulus maakt heel duidelijk tegen Timotheüs dat door zijn handoplegging de genadegave van God aan hem is gegeven. Het lijdt dus geen twijfel of die gaven er zijn. Door de handoplegging heeft Timotheüs de vervulling met de Heilige Geest gekregen en woont de Heilige Geest niet alleen in hem, maar werkt Hij ook krachtig door hem heen. Tegelijk is het zijn opdracht om deze gaven aan te wakkeren. Dat moet gebeuren, dat is nodig. Hoe meer je gebruikt maakt van de gaven van de Geest hoe krachtiger het zal worden. Hoe dat precies werkt is niet duidelijk voor ons. Beloont God degenen die dit doen? Of wordt er zoveel geloof gebouwd dat je er ook veel meer gebruik van kunt maken? Beide zou kunnen, maar Paulus legt dat verder niet uit.
Maar wat gebeurt er nu als de genadegaven van God functioneren in je leven? Dan gebeurt er heel makkelijk iets waar Paulus voor waarschuwt: We hebben geen geest van vreesachtigheid gekregen, maar van kracht, liefde en bezonnenheid. Dat laatste is wat het is, maar het eerste ligt op de loer: angst! Ik heb meerdere keren meegemaakt dat als ik iemand de handen oplegde, dat God genas. Zelfs tumoren verdwenen. En toch, elke keer weer moet ik eerlijk zeggen dat als God mij aanspoort om iemand de handen op te leggen voor genezing, dat ik telkens heel makkelijk blijf twijfelen. Gedachten als: “En als het nu niet lukt?” spelen heel snel een rol. Soms gaat daardoor zelfs de rem erop. Of de gedachte dat gewoon op afstand bidden ook wel goed genoeg is, ondanks dat Jezus iets anders zegt.
Of wat denk je als God de gave van profetie vrijzet en je bent met iemand in gesprek en God zegt: “Zelfmedelijden”? Denk je dat je dan niet even moet slikken? Ik wel, in ieder geval! Maar besef dat Gods Geest in je krachtig is en Zelf werkt in jou! Dat is niet altijd even logisch naar ons menselijke verstand. Het enige dat God vraagt is geloof dat Hij krachtig en vol liefde door jou heen werkt. Als je de vervulling met de Heilige Geest hebt ontvangen, dan werkt de Heilige Geest ook daadwerkelijk in. God is niet passief als het gaat over de bediening van Jezus op aarde door Zijn gelovigen heen. Wakker daarom deze gaven aan, meer en meer! Ga durven bewegen, doe wat God van je vraagt, spreek leven, deel leven uit, leg op zieken de handen, brengen mensen in verzoening met God, twijfel niet, houdt niet terug, maar ga voluit achter Jezus aan door Zijn Geest.
Gebed: Heer, ik geloof dat U niet passief bent in mij en ik geloof dat Uw genadegaven altijd zullen functioneren als ik mij er naar uitstrek.