“Toen bevorderde de koning Daniël. Hij gaf hem vele grote geschenken en stelde hem aan als heerser over heel het gewest Babel en als hoofd van alle machthebbers over alle wijzen van Babel.” (Daniël 2:48)
Wat gebeurt er als wij echt gaan doen wat God door ons heen wil doen? Wij leven midden in een seculiere wereld waarin God amper nog een rol lijkt te spelen. Dat was bij Daniël niet veel beter, maar dat is niet de meest hopeloze situatie. Zo kan het wel voelen en het kan net lijken alsof wij zo naar de marge zijn gedrukt dat wij niets meer te zeggen hebben. Zodra wij werkelijk in onmogelijke situaties Gods stem zijn, wordt dat anders.
Bij Daniël zie je dat gebeuren. In de eerste plaats al doordat er geen wijze is die de droom kan vertellen. Maar dat is nog een moment dat Daniël het initiatief neemt om God de ruimte te geven. Zeker als Gods stem niet vaak op zo’n manier gehoord wordt, zal er ook niemand aan je komen vragen of je er eens met God over wilt praten, maar op het moment dat daar dingen zichtbaar van worden, dan verandert dat vanzelf, maar dat betekent wel dat wij het initiatief moeten nemen.
Als jij als christen in een crisissituatie vraagt of je God om raad mag vragen en God maakt de weg duidelijk waardoor de crisis veranderd, hoe groot is de kans dat men vaker bij je aanklopt. Dat zie je ook bij ziekte en het moment dat God een wonder doet, dat zet de deur open voor mensen die niets met God hebben om met hun radeloosheid bij jou te komen. En doet God dan iets, dan gebeurt er altijd iets bij iemand die niet gelooft. Artsen vinden een wonder heel lastig, maar voorzichtig aan moeten ze toch zeggen dat ze geen verklaring hebben.
Kijk eens mee wat er bij koning Nebukadnezar gebeurt als Daniël de droom vertelt en deze ook nog eens uitlegt. Dit is voor de koning zo bijzonder dat hij zegt dat God de God van de goden is, maar Hij is ook Heer van de koningen. Opmerkelijk dat de koning door Daniël wordt aangewezen als de koning van de koningen, maar dat de koning hier over God zegt dat Hij de Heer van de koningen is. Hij accepteert God boven zijn plaats als koning op aarde.
Blijkbaar beseft Nebukadnezar dat God nu heel dichtbij is en dat hij daarvoor moet buigen, want dit wat er nu gebeurt is zo groot dat dit niet iets is dat menselijk is. Daniël krijgt als vertegenwoordiger van God direct een grote rol in zijn koninkrijk. Wat zou je ook anders willen met iemand die zo in contact staat met de hemel? Maar het stelt ons wel voor vragen. Vooral de vraag of wij het initiatief durven nemen om God te laten spreken in situaties met mensen die niets met God hebben. Durven wij naar voren te stappen en te zeggen: “Maar ik dien God en God kan alles!” Of laten we ons in de marge drukken met de gedachte dat het toch onmogelijk is om iets te betekenen en dat toch niemand iets van God wil horen. Daniël neemt initiatief en koning Nebukadnezar laat ons zien wat dat bij hem uitwerkt.
Gebed: Heer, ik dank en lof U dat ik van betekenis kan zijn als ik U ter sprake breng en ik geloof dat U Zichzelf zult laten zien, zodat de wereld om ons heen niet langer om U heen kan.