“In het eerste jaar van zijn (Darius) regering, merkte ik, Daniël, in de boeken het aantal jaren op waarover het woord van de HEERE tot de profeet Jeremia gekomen was: zeventig jaar zouden na de verwoesting van Jeruzalem voorbij moeten gaan.” (Daniël 9:2)
Als je een klein beetje wilt kunnen volgen wat er allemaal bij Daniël gebeurt is het belangrijk dat je ook echt het Bijbelgedeelte erbij leest. Telkens hoort eigenlijk alles in het hoofdstuk er helemaal bij, zo ook in het negende hoofdstuk. En dit is een hoofdstuk waarin Daniël iets laat zien van bepaalde principes die voor ons eigenlijk niet anders zijn.
Het valt in dit hoofdstuk op dat Daniël nu geen visioen lijkt te beschrijven. Er blijkt wel een visioen geweest te zijn als je dit hoofdstuk verder doorleest, maar dat blijft wat onduidelijk. Dit hele hoofdstuk is een schuldbelijdenis van Daniël, voor hemzelf, maar ook voor zijn volk. En toch is die schuldbelijdenis niet dat waar het echt om gaat in dit hoofdstuk, al beslaat deze schuldbelijdenis wel bijna het hele hoofdstuk.
Daniël is erachter gekomen dat Jeremia iets heeft geschreven over de periode van de ballingschap. Dit zou zeventig jaar zijn en als Daniël aan het rekenen slaat, komt hij erachter dat die zeventig jaar bijna vervuld zijn. En wat doet Daniël dan? Hij gaat met die kennis niet naar iedereen toe, hij gaat niet aan het praten, maar hij gaat er direct mee naar God. Daniël heeft een principe in zijn geloof waar voor ons een les in zit. Eigenlijk bestaat die les uit twee onderdelen: Daniël zorgde dat hij de Bijbel kende. En ik moet eerlijk zeggen dat dit in onze tijd bij velen ontbreekt.
Als je Gods Woord niet kent en niet weet wat Hij belooft en ook niet weet wat Zijn waarheid is over jouw situatie, dan mis je serieus momenten van zekerheid en houvast, maar ook momenten van hoop en toekomst. Daniël laat het er namelijk niet bij zitten. Het tweede dat hij namelijk doet is God aan Zijn Woord houden. Nu lijkt het tegenwoordig wel dat dit zonder enig ontzag voor God zou kunnen, maar Daniël beseft heel goed Wie hij tegenover zich heeft. En Daniël beseft ook dat, hoewel God een tijd heeft genoemd voor de ballingschap, Israël het nog steeds verschrikkelijk heeft verknald bij God. Maar ondanks dat gaat hij met de belofte van God wel naar God toe.
Dat doet hij wel met woorden van heel veel schuldbelijdenis. Hij neemt zelfs de schuld van zijn volk op zijn eigen schouders. En als we straks zien hoe God naar hem kijkt, is dit niet alleen een opsomming van woorden geweest, maar is dit meer dan dat en is dit oprecht en zuiver. Dwars door het verhaal van Daniël heen zien we hoe belangrijk het is om Gods beloften te kennen, niet alleen beloften van redding, maar ook de beloften van het Koninkrijk en dat we hierover ook altijd met God in gesprek zullen zijn, omdat wij geloven en verwachten dat Hij Zijn beloften ook zal vervullen.
Gebed: Heer, U bent trouw aan Uw Woord en aan Uw beloften. U houdt altijd Uw Woord, zelfs als wij het verknoeien. U laat ons altijd weer terugkomen en opnieuw beginnen, zo groot bent U.