"Die Zichzelf gegeven heeft voor onze zonden, opdat Hij ons zou ontrukken aan de tegenwoordige slechte wereld, overeenkomstig de wil van onze God en Vader." (Galaten 1:4)
Als je door leest in de brief aan de Galaten, blijkt al bij de groet van Paulus dat niet alleen hij bezorgd is om de gemeente, maar dat er ook anderen zijn die deze zorg delen. Hij schrijft deze brief niet alleen, maar ook namens al de broeder die bij hem zijn. Hoeveel dat er zijn is niet duidelijk, maar het woordje ‘al’ maakt wel duidelijk dat het er meerderen zijn. En met deze broeders spreekt hij genade en vrede van God de Vader uit over hen.
Maar hij spreekt genade en vrede ook uit namens Jezus Christus, over de gemeente en in ene zin maakt hij gelijk duidelijk waar het in het Evangelie van Jezus Christus nu echt om gaat. Natuurlijk heeft Hij Zich gegeven voor onze zonden. Dat is de ene kant van het Evangelie. Hij heeft de verzoening gebracht voor ons tussen ons en Zijn Vader. Maar er zit een andere kant aan en die doet er dus ook toe. Door Zichzelf te geven heeft Hij nog iets tot stand gebracht. Door Zichzelf te geven heeft Hij ervoor gezorgd dat wij ontrukt zouden worden aan de tegenwoordige slechte wereld.
Het werkwoord dat Paulus gebruikt voor ‘ontrukt’ betekent letterlijk ‘eruit nemen’. En ook het woord ‘slechte’ is breder te vertalen met ‘moeitevolle’ of ‘pijnlijke’. Kortom zegt Paulus dus dat Jezus Christus Zichzelf heeft gegeven om ons uit deze slechte, maar ook pijnvolle en moeitevolle wereld te nemen. Hij is gekomen om ons uit de puinhoop van deze tegenwoordige wereld te nemen. Of nog letterlijker: ‘De tegenwoordige eeuw’. En dat woord staat dan weer tegenover de ‘toekomende eeuw’.
Wij zijn dus niet bedoeld om in deze wereld vol van gebrokenheid te blijven, maar wij zijn bedoeld om daaruit gehaald te worden. Niet dat we nu geen taak meer hebben, maar wel dat we uiteindelijk tot God gehaald worden en daarom is Jezus gekomen. Het doet er dus nogal toe wat we met het Evangelie doen. Het Evangelie is dus ook geen boodschap van een aardse realiteit, maar een hemelse realiteit. Het gaat er dus niet om dat het past binnen onze aardse kaders, dan moeten we namelijk van alles verdienen en ons best doen, maar het hemelse kader, is het kader van genade en vrede die ons geschonken wordt om ons los te maken uit deze tegenwoordige wereld.
Eigenlijk maakt het Evangelie je tentharingen dus los, maar dat kan alleen maar door het Evangelie van vrije genade. Zodra je daar iets bij wilt doen, is de kracht van wat Jezus deed verdwenen en zit je vast aan aardse manieren van redding en bevrijding, die nooit zullen werken. Jezus is namelijk gekomen om ons te nemen van deze aarde. Via die weg en geen andere. En daarom is alle heerlijkheid en eer voor Hem. Paulus zet daarmee dus gelijk de toon voor de brief. Alles wat gaat komen, staat in dat licht. Er is geen ander Evangelie, dat je ook Evangelie kan noemen. Dit is de enige weg en zodra je dat loslaat, ben jij je vrijheid kwijt waartoe je geroepen bent. Opnemen van deze aarde, waar Jezus voor kwam, brengt je in Gods eeuwige vrijheid en daarom wil Paulus niet dat wij die vrijheid ergens weer zouden kwijtraken. En wat is het dat jou berooft van jouw vrijheid die je van Jezus hebt gekregen?
Gebed: Heer, dank U voor Uw genade, voor Uw verlangen om ons op te nemen uit deze wereld, dank U dat Uw genade genoeg is.