"Een opziener nu moet onberispelijk zijn, de man van één vrouw, beheerst, bezonnen, eerbaar, gastvrij, bekwaam om te onderwijzen, niet verslaafd aan wijn, niet vechtlustig, niet uit op schandelijke winst, maar welwillend, niet strijdlustig en zonder geldzucht." (1 Timotheüs 3:2 en 3)
Gisteren hebben we het gehad over de opziener die samen met zijn vrouw een rol vervuld. Zonder de vrouw is een man eigenlijk maar voor de helft. En waar een vrouw de bediening van haar man niet steunt, komt er gegarandeerd strijd. Vrouw van een oudste of ouderling zijn is ook een roeping, besef dat wel. En als het dan gaat over de eigenschappen die een opziener moet hebben dan is het lijstje toch wel behoorlijk fors. Naast dat hij dus een man moet zijn van één vrouw, volgen er vervolgens nog wat karaktereigenschappen. Misschien zijn het ook wel gewoon de vruchten van de Geest.
Iemand die leiding geeft in de gemeente moet beheerst zijn en niet strijdlustig zijn. Dat is iets dat voor veel mannen in ieder geval niet meevalt. Je laat toch het kaas niet van je brood eten? En je eigen mening doet er toch ook toe? En toch is dat maar zeer de vraag. Doet je eigen mening er echt toe, of is het zaak om in het belang van de gemeente te dienen? Niet met alle winden meewaaien, maar trouw zijn aan je roeping die Jezus je heeft gegeven. En wat is dan ook een vrouw daarbij belangrijk. Ik geloof dat elke man ook iemand nodig heeft die hem kan helpen om te nuanceren.
Wat opvalt is ook dat een opziener in de gemeente gastvrij moet zijn. En hopelijk is zijn vrouw dat dan ook. En ik geloof dat dit geldt voor elke vorm van leiding geven in Gods Koninkrijk. Ook als het over de veel kleinere dingen gaat. Als God je aanstelt om leiding te geven in pastorale situaties bijvoorbeeld. Ben je dan echt gastvrij? Staat je huis echt voor iedereen open?
Misschien klinkt het zo gedwongen, maar als God je gebruikt, reken er dan op dat God je soms in situaties brengt, waar je deze eigenschappen echt nodig hebt. En zeker als opziener in de gemeente. Er staan soms zomaar mensen voor je deur die hulp nodig hebben omdat je christen bent. Als je alles bij elkaar bekijkt, dan is de samenvatting eigenlijk dat iemand die leiding geeft in de gemeente van onbesproken gedrag moet zijn. Roddels horen daar natuurlijk niet bij.
Waarom legt Paulus de lat zo hoog? Eigenlijk maar met één doel: De gemeente van Jezus Christus is niet van mensen, maar is van Jezus Zelf. En daar kun je in gespletenheid geen leiding aan geven. En trek dit gerust maar breder, ook in de kleinere dingen. Zorg dat je van onbesproken gedrag bent, en gaat er wat mis, durf daar eerlijk in te zijn, spreek dit uit naar elkaar. De gemeente van Christus moet, juist in onze tijd ook, een veel meer heilige gemeente zijn. En we blijven struikelend achter Jezus aangaan, zeker! Maar wees trouw, eerlijk en zuiver, zeker als God je roept om leiding te geven, maar ook in de kleinere dingen. Zodra jij iemand aan de hand mag nemen naar Jezus geef je namelijk al leiding.
Gebed: Vader, ik wil in elke situatie open en transparant zijn, een mens zonder geheimen, een leven in zuiverheid en oprechtheid voor U.