"O Timotheüs, bewaar het u toevertrouwde pand, wend u af van onheilige, inhoudsloze praat en tegenstellingen van de ten onrechte zo genoemde kennis." (1 Timotheüs 6:20)
We gaan de brief van Paulus aan Timotheüs afronden. Nadat Paulus nog een paar waarschuwingen aan de rijken heeft gegeven, waarbij hij zegt dat hun rijkdom nooit tot hoogmoed mag leiden en dat rijkdom nooit hun fundament mag zijn, maar dat hun hoop op God een tegoed geeft voor de eeuwige toekomst, zegt Paulus tegen Timotheüs dat hij het hem toevertrouwde pand moet bewaren. De vraag die daarbij opkomt is wat Paulus dan bedoelt met het pand dat Timotheüs is toevertrouwd. Dat zijn lastige woorden die meerdere dingen kunnen betekenen. Maar het is wel duidelijk dat dit een belangrijke slotzin is.
Het pand dat Timotheüs is toevertrouwd dat kan de leer zijn, waar Paulus het meerdere keren over heeft gehad. Dan betekent het dat hij, in tegenstelling tot de dwaalleraren zuiver moet blijven in de leer. In het beeld van het 'pand', wat we beter kunnen vertalen met 'onderpand' betekent dat de leer het onderpand is, waarvoor hij straks in de eeuwigheid zal krijgen, waar de leer nu het onderpand van is. Een onderpand is een verzekering dat iemand krijgt wat hem is beloofd en daar is het onderpand de zekerheid van. Het zou ook kunnen dat het om de bediening van Timotheüs gaat en tenslotte zou het ook nog kunnen zijn dat het om de genadegaven gaat. Dat laatste heeft Paulus in zijn brief eigenlijk niet genoemd, dus dat lijkt het niet te zijn.
Hoe dan ook, dat wat hij heeft ontvangen van God als een onderpand, een bewijs van dat wat hij straks zal ontvangen, daar moet hij zuinig op zijn. Verkwansel je een onderpand, dan heb je niets meer in te ruilen. Iemand met een koopwoning krijgt het geld van de bank voor een hypotheek, en de woning is dan voor de bank het onderpand. Maak je dat huis tot een bouwval en heb je dan geen geld meer om de hypotheek af te lossen, dan kom je dus in hele grote problemen omdat het onderpand niets meer waard is. Zo moet Timotheüs de leer, of zijn bediening zo goed mogelijk bewaren, zodat het zijn waarde behoud.
Als je goed leest, geeft Paulus ook antwoord op de vraag hoe hij dat toevertrouwde onderpand kan verkwanselen. Hij moet zich namelijk afwenden van de onheilige, inhoudsloze praat en tegenstellingen van de ten onrechte zo genoemde kennis. De kennis die Paulus hier bedoelt is de kennis die de gnostische wijsgeren van die tijd graag etaleerden. Eindeloze redeneringen, eindeloze filosofische verhandelingen die uiteindelijk elk geloof schipbreuk laten lijden en die uiteindelijk ook het onderpand van Timotheüs zullen beschadigen. Daar mogen wij ons dus niet mee inlaten. Timotheüs, maar ook wij niet! Besef dat we zorgvuldig moeten zijn op het onderpand van de leer en onze bediening, door de zuivere leer vast te houden en te geloven, blijft het onderpand zijn waarde houden en ontvangen we straks het eeuwige leven.
Gebed: Heer, dank U wel voor de brief van Paulus aan Timotheüs. Soms was het taai, maar wel zo belangrijk, we beseffen hoe belangrijk bijbellezen en bestuderen van de Bijbel is in het context, zodat we telkens zien wat U echt wil zeggen. Helpt U ons daar ook telkens weer bij, zodat we leren wat we moeten leren.