“En Hij zei: Werkelijk, Ik zeg u dat deze arme weduwe er meer dan allen in geworpen heeft.” (Lukas 21:3)
Wie tellen er in het Koninkrijk van God nu echt mee? Het Koninkrijk van God is een Koninkrijk met totaal andere structuren. In het Koninkrijk van God is de minste de grootste en de grootste de minste. Het is met het Koninkrijk van God net als met een dubbele regenboog, dat is precies tegenovergesteld aan de rest van de wereld. Bij Jezus tellen degenen mee die echt alles voor Hem overhebben.
Jezus heeft net de waarschuwing laten klinken over de schriftgeleerden. Hun lange gewaden, prachtige lange gebeden en hun eer die ze willen ontvangen, dat is levensgevaarlijk. En wat doen ze met hun ego? Ze kiezen voor zichzelf en niet voor de huizen van de weduwen. De weduwen worden niet geholpen. De minderheden in de samenleving doen niet ter zake. En als Jezus dat heeft gezegd, kijkt Hij op.
En dan blijkt waar Jezus zit. Hij zit bij de schatkist op het tempelplein. En wat daar gebeurt lijkt niet ter zake te doen. Tenminste, niet alles lijkt mee te tellen wat daar gebeurt. De eersten die Jezus daar bij de schatkist ziet zijn de rijken en die gooien geld in de schatkist. Hoeveel dat is staat er niet. Maar die rijken, die zien wij graag komen. Tenminste, volgens onze normen wel. Stel je voor dat de jaarbijdrage, zoals deze in veel kerken wordt opgehaald echt genoeg moet opbrengen om de begroting sluitend te krijgen. Welke mensen zijn er dan belangrijk? Welke mensen heb je in de kerk vooral nodig om de begroting te kunnen halen? Of je nu gewend bent om de tienden te geven of een vrijwillige gift, we zien het liefst mensen komen met een goed inkomen.
Die mensen komen ook hier bij de schatkist, maar tussen al die rijken door loopt een vrouwtje, een weduwe. Geld heeft ze eigenlijk niet en de begroting, die zal zij niet helpen te halen. En wat doet ze? Ze gooit twee armzalige muntjes in de schatkist. Het stelt echt niets voor. Een paar stuivers tussen de biljetten, zouden wij zeggen.
Maar deze vrouw is nu precies iemand die Jezus bedoelde bij die waarschuwing voor de schriftgeleerden. Deze vrouw is zo’n weduwe die niet rond kan komen en tekort heeft. En wat deze vrouw in de schatkist doet, dat is voor Jezus van betekenis. Jezus zegt eigenlijk: “Als je honderd euro geeft, terwijl er duizenden binnenkomen, dan lijkt die honderd euro indrukwekkend als gift, maar als je tien euro hebt en je geeft er ook tien, dan geef je alles. En dat deed deze vrouw.”
Zal ik het nog scherper stellen? Als je de tienden geeft, wat stelt het eigenlijk voor, als je weet dat Jezus alles vraagt? Er is niets van onszelf, alles is van Hem en alles wat wij hebben is door Hem gegeven om gebruikt te worden voor Hem. Dat bedoelt Jezus te zeggen. Eer telt uiteindelijk niet, lange gewaden ook niet, maar heb jij alles over voor Jezus. Daarmee hoef je niet je bankrekening over te maken aan de kerk, maar is alles beschikbaar voor het moment dat Jezus dat van je vraagt. En Jezus kan dat zeggen, want als er Iemand was Die alles gaf, dan was Jezus het!
Gebed: Heer, alles wat ik ben en alles wat ik heb is van U en ik wil totaal beschikbaar zijn voor U.