"Als deze dingen dus allemaal vergaan, hoedanig behoort u dan te zijn in heilige levenswandel en in godsvrucht; u die de komst van de dag van God verwacht en daarnaar verlangt, de dag waarop de hemelen, door vuur aangestoken, zullen vergaan en de elementen brandend zullen wegsmelten." (2 Petrus 3:11 en 12)
Het lijkt lang te duren, voordat Jezus terugkomt. En Gods geduld is erg lang, dat mogen we wel concluderen, maar toch zal de dag van de Heer zeker komen. Het lijkt erop dat alle woorden die Petrus tot op dit moment heeft geschreven, alleen een waarschuwing waren tegen de spotters met de wederkomst. De enige bemoediging die er in heeft gezeten was dat de woorden van de spotters niet waar zijn. Tegelijk voelt het toch nog steeds wel als een lange tijd tot Jezus terugkomt. Fijn om dat te weten dat dit ook bewust gebeurt omdat Gods geduld nog steeds niet ten einde is, maar mogen wij dan ook nog naar iets uitkijken?
Ja, wij hebben zeker iets om naar uit te kijken. Ineens zal de dag van de Heer er zijn. Als een dief in de nacht, zeker voor de ongelovigen. En op dat moment begint er een proces waar wij geen weet van hebben. De hemelen zullen met gedruis voorbij gaan en de elementen zullen brandende vergaan. Het gaat hierbij dan niet over de hemel als de woonplaats van God, maar over het heelal met de zon en de sterren. Die zullen met gedruis voorbijgaan. Er staat in het Grieks iets van ' sissend voorbijgaan' . Er zal niets van overblijven, net als de aarde met alles daarop helemaal zal vergaan.
Hoe dat zal zijn weten we niet. Of God echt de hele aarde laat vergaan, of deze zal reinigen en op die manier nieuw zal maken, daar kun je met allerlei verschillende teksten tot verschillende uitkomsten komen. Er zal een grote zuivering komen. Dat komt er dus aan. En hoe gaan wij die dag dan tegemoed? Als je verlangt naar die dag waarop alles geheiligd en gereinigd zal worden, hoe leef je dan met het oog op die dag?
Daarin speelt ons leven, als het goed is dus een grote rol. Petrus gaat er vanuit dat wij dan in een heilige levenswandel zijn en dat ons leven godsvrucht voortbrengt. Is dat dan een strenge regel, als voorwaarde om straks die dag te kunnen overleven? Zo bedoelt Petrus het niet. Het is geen vorwaarde, maar het gaat om een vanzelfsprekend gevolg van het verlangen naar Jezus' komst met verlangen. Dat verlangen naar Jezus en Zijn komst, dat verlangen naar de laatste keer dat Jezus naar de aarde komt, dat behoort gepaard te gaan met een leven dat er uit ziet als een leven in verlangen naar Jezus.
Eigenlijk is dit ook heel logisch. Als je morgen een ontmoeting hebt met de koning van ons land, dat is aan je te zien, dat je je voorbereid hebt op die ontmoeting. En natuurlijk zit daar ook wel een stukje spanning bij, maar je komt op dat moment op het best voor de dag. Het is net als in die gelijkenis van Jezus met die goede slaaf en die slechte slaaf. Die goede slaaf dacht er niet eens over na om goed te doen, dat deed hij gewoon omdat het normaal was.
Laat onze levenswandel dan ook zo zijn, zodat aan onze buitenkant te zien is dat we de Heer verwachten. Niet dat dit elke dag volmaakt goed zal gaan, maar met welke intentie wil jij je verlangen naar de komst van Jezus laten zien? Is dat reinigende vermogen van die dag van de wederkomst nu al in je leven zichtbaar? Dan volgt daarna ook de verwachting dat alles echt nieuw zal zijn.
Gebed: Heer, ik vraag U vergeving voor al die keren dat mijn leven niet het verlangen naar Uw komst liet zien en ik wil leven met een heilige levenswandel en met godsvrucht.