Thema: Eerste brief van Petrus
"Petrus, een apostel van Jezus Christus, aan de vreemdelingen in de verstrooiing in Pontus, Galatië, Kappadocië, Asia en Bithynië" (1 Petrus 1:1)
De komende tijd zullen we in 'Tijd met God' stilstaan bij de eerste brief van Petrus. Het is al weer lang geleden dat we echt onderwijs van de apostelen hebben bekeken. Van tijd tot tijd is het goed om niet alleen bij de verhalen stil te staan, maar ook bij het fundament. Natuurlijk niet om religie te voeden, maar vooral om je relatie met God te versterken. Als je naar de brieven van Petrus kijkt dan is het opmerkelijk hoe Petrus is veranderd. Die visser, een gewone man die met zijn handen zijn brood had verdiend, schrijft een brief met het niveau van een theoloog. Tegelijk zie je ook zijn karakter van praktijk en aanpakken ook wel weer terug. Je zou die brieven eerst eens gewoon moeten lezen om onder de indruk te komen van hoe Petrus is gevormd door zijn leven met Jezus. Wat heerlijk als we daar ook iets in mogen delen, dat we niet alleen relatie met God hebben, maar we ook weten wat we geloven en hoe we geloven. En er komt nog iets bij, bij de brieven van Petrus.
De brieven van Petrus zij niet geschreven aan Joden in Jeruzalem of in Israël, maar Petrus schrijft zijn brieven aan de gelovigen in de verstrooiing. Nu klinkt dat woord verstrooiing eigenlijk wel erg negatief. Het klinkt bijna als een soort oordeel. Alsof er iets in doorklinkt van de ballingschap in het Oude Testament. Maar dat negatieve in het woord is het eigenlijk niet. Eigenlijk zou je ook kunnen zeggen dat het brieven zijn aan gelovigen verstrooid over de hele wereld. En dan niet alsof God maar eens bezig is geweest om te verstrooien, maar in dat verstrooien zit ook iets moois. Dat de apostelen vanuit Jeruzalem door de verdrukking zijn verstrooid, dat kun je wel enigszins negatief zien, al was ook dit Gods plan, zodat het Evangelie overal zou komen. Maar deze brieven zijn geschreven aan gelovigen uit de heidenen, overal ter wereld. Misschien lijkt het verstrooid zand, maar de werkelijkheid is dat al die gelovigen, overal op de wereld, kleine kerkjes worden in de samenleving, waardoor de grote wereldkerk gebouwd wordt. Het is dus geen actief verstrooien van de heidenen, maar door de verstrooiing van de Joden die tot geloof waren komen, zijn er vreemdelingen uit de heidenen aangeraakt door die boodschap van de gelovige Joden en zijn onderdeel geworden van die Joden in de verstrooiing. En Petrus schrijft dan niet aan die Joden die verstrooid zijn, maar de vreemdelingen die uit de heidenen tot geloof zijn gekomen.
Dat zijn natuurlijk op het grote wereldgeheel enkelingen. Het ziet eruit alsof je wat zout over je eten strooit: Je ziet het eten en als je goed kijkt zie je wat zoutkorrels liggen op je eten. En die zoutkorrels spreekt Petrus dan dus aan. Daarmee komen deze brieven heel dicht bij jou en mij uit. Wij zijn ook niet bepaald een meerderheid en ook ons geloof wordt op een bepaalde manier onder druk gezet. Zeker, je mag wel geloven, dat is niet zo erg, maar als je een ander er maar niet mee lastig valt. Dat is eigenlijk eenzaam? Juist daar zit een enorm risico in voor ons, in een individualistische wereld. Voor je het weet sta je er op een bepaalde manier dus alleen voor. Petrus schrijft deze brieven juist ter bemoediging en opbouw van dat soort christenen. Brieven dus die heel goed bij ons passen, omdat ook wij, als je naar de wereld om ons heen kijkt, ook wel van die vreemdelingen zijn. Hemelburgers zijn nu eenmaal anders geworden dan wereldburgers.
Tijd dus om bemoedigd te worden door Petrus, de komende tijd. Zodat je vol goede moed op weg mag zijn naar Huis, maar in deze wereld ook onderweg om anderen mee te nemen.
Gebed: Heer, wat bijzonder hoe U Petrus heeft laten schrijven aan gelovigen die overal in deze wereld verspreid zijn, om hen op te bouwen in hun geloof en dat wij ook daar onderdeel van mogen zijn.