Thema: Kracht van gebed
"Toen ik zweeg, teerden mijn beenderen weg, onder mijn jammerklachten, de hele dag. Want dag en nacht drukte Uw hand zwaar op mij, mijn levensvocht veranderde in een zomerse droogte." (Psalm 32:3 en 4)
God verhoort wel, maar lang niet altijd zoals wij dat zouden willen. Tegelijk, geloof ik ook dat God veel meer wil doen op ons gebed, dan ik vaak kan geloven. Eigenlijk is het ook wel weer makkelijk gezegd als we zeggen: Bidden is goed, maar het vertrouwen dat God het beste met je voor heeft is belangrijker dan de verhoring zoals wij denken dat het goed is. Dat zou namelijk betekenen dat een niet verhoord gebed, iets is dat God op een bepaalde manier zou beslissen. Dat is wel erg makkelijk, want dan gaan we voorbij aan de voorwaarden die er zijn voor gebedsverhoring. Gebed kan nooit krachtig zijn als er tussen jou en God dingen niet zijn opgeruimd. En ja, ik geloof dat God echt genadiger is dan wij denken en soms heel genadig is als het om verhoring gaat, maar de grote lijn is wel dat als wij ons leven niet op orde hebben, ook het ontvangen op het gebed vaak uitblijft.
Het is opvallend dat heel veel gelovigen in de Bijbel dit principe heel serieus nemen. Er ligt zelfs een lijn tussen het leven in zonden en de negatieve gevolgen daarvan. Dat is een hele lastige, omdat we liever zeggen dat een bepaalde ziekte, geen gevolg kan zijn van bepaalde zonden. Ik denk dat we daar ook niet teveel aan moeten tornen en dat je niet zomaar kunt zeggen dat een ziekte het gevolg is van een zonde. Of in ieder geval niet dat God een ziekte geeft als gevolg van een zonde. Toch, als je naar een ongezonde levensstijl kijkt, dan heeft dit wel gevolgen voor je gezondheid. Daar zie je juist wel weer een lijn.
Tegelijk is het juist David die vertelt wat er gebeurt als je zonden in je leven niet opruimt. David was door God geroepen om koning te zijn over Israël, maar er was een periode dat hij zo ziek was dat hij amper zijn werk meer kon doen. We lezen dat in psalm 32.
Het is een psalm van vergeving van zonden. De mens die door God vergeving van zonden krijgt is gelukkig, zegt David. Ja, dat is waar, maar toen David zweeg, gebeurde er iets heel anders. Dat zwijgen heeft ermee te maken dat hij zijn zonden bedekte. En juist dat woord gebruikt David voor de vergeving die God geeft. Welzalig is de mens van wie zijn zonden bedekt is, maar dat is niet het bedekken zoals David dat deed. David heeft het hier over Gods handeling dat Hij de zonde bedekt. Dan ligt er bloed van verzoening over en dan is de weg weer open.
Op het moment dat David zelf zijn zonden bedekt heeft dat directe gevolgen voor zijn gezondheid. Zijn beenderen teerden weg, terwijl hij wel jammerde over zijn pijn. Kennelijk heeft hij op een bepaalde manier wel God gezocht, maar het gevolg was dat Gods hand zwaar op hem drukte. Hij werd zo ongeveer uitgeperst als een sinaasappel. En dan komt hij tot inkeer en belijdt hij zijn zonden, dan komt er vergeving, maar niet alleen vergeving. David zegt dat op dat moment God hem onderwijst en de weg voor hem duidelijk maakt. Dan geeft God weer raad en Gods oog is weer op David.
Als je psalm 32 tot je laat doordringen ontdek je welke principes hier worden gegeven. Als je Gods weg zoekt, als je Gods raad nodig hebt, moet je ook je leven willen opruimen. En God Die raad geeft, is ook precies dat wat verhoring van onze gebeden is. We kloppen aan bij God, zoeken en bidden om raad en leiding en juist dat bleef uit bij David op het moment dat hij niet oprecht voor God was. Dit principe zie je ook bij Jacobus terug als hij schrijft over elkaar de zonden belijden. Er is gewoon een Bijbels principe dat hoort bij Gods Koninkrijk, waarbij we opruimen in ons leven wat niet overeenkomt met Gods goede bedoelingen, zodat de weg weer open is om Gods leiding te ontvangen. Het is dus een spiegel als je na lang worstelen geen verhoring ontvangt. Stel jezelf eens eerlijk de vraag of je alles hebt opgeruimd tussen jou en God.
Gebed: Heer, ik belijd U mijn zonden en als ik zonden niet zie, licht mij dan bij door Uw Geest zodat ik zie wat U ziet.