Thema: Op weg met Jezus
"Hij riep Zijn twaalf discipelen bijeen en gaf aan hen kracht en macht over alle demonen, en om ziekten te genezen, en Hij zond hen op weg om het Koninkrijk van God te prediken en de zieken te genezen." (Lukas 9:1 en 2)
Af en toe zou je als discipel van Jezus toch ook wel eens even in wat rustiger vaarwater willen komen. Letterlijk en figuurlijk. Dat moet toch soms echt het gevoel bij de discipelen toch wel zijn geweest. Ze rollen van het ene wonder in het andere en ergens staan ze erbij en kijken ze ernaar. Telkens opnieuw ontmoet Jezus situaties waarin zoveel bijzondere dingen gebeuren. En telkens zorgt het voor nog meer drukte om Jezus heen en steeds meer mensen hebben interesse in wat Jezus doet. Maar of Jezus daar nu altijd groter mee werd, zouden we dan wel kunnen betwijfelen. En ook de discipelen, hebben zij het altijd begrepen? Zeker niet. En dan komt er een moment van rust.
Tenminste, zo lijkt het wel even. Hoofdstuk 9 lijkt even een hoofdstuk waar iedereen even adem lijkt te halen. Alsof je op een conferentie bent waar enorm veel dingen gebeuren en jij stond erbij en keek ernaar, maar je was passief en je kunt het amper bevatten. En dan roept Jezus eerst Zijn twaalf discipelen bij zich. Een hoofdstuk verder doet Hij dat nog een keer met 70 discipelen. Eerst de meest toegewijde discipelen en dan later nog een keer 70. Dat getal is natuurlijk niet zomaar een getal. Zowel 12 als 70 zijn getallen waarmee iedereen bedoelt wordt. Eerst symbolisch de stammen van Israël en dan symbolisch alles en iedereen. Het gaat nu eerst om deze twaalf, maar straks ook voor iedereen die een discipel van Jezus is.
Wat doet Jezus dan? Hij zegt niet: “Stel je vragen nu maar”. Hij zegt ook niet: “Jullie zullen wel even tijd nodig hebben om alles te laten bezinken”. Niets van dat alles. Dan roept Hij hen bij Zich en dan geeft Hij hen de macht en de kracht over demonen en om zieken te genezen. Eén ding hebben ze mee, ze hebben het al heel wat keren zien gebeuren. Maar om nu te zeggen dat ze alles begrepen, zeker niet. En dan zegt Jezus erbij dat zo overal het Evangelie van het Koninkrijk moeten preken.
Ze krijgen dus niet de opdracht om een klein stukje van het Evangelie te preken, het gaat niet zo beperkt als bij Johannes de Doper dat ze mensen moeten oproepen tot bekering, ze moeten nog veel verder gaan. Overal waar ze komen moeten ze het Koninkrijk proclameren en laten zien. Preken aan de ene kant en aan de andere kant moet elke demon aangesproken en weggestuurd worden en moeten ze genezing brengen bij de zieken. Precies al die dingen waar de Messias volgens Jesaja voor zou komen. Jezus legt nu al Zijn hele bediening op de schouders van deze mannen die er amper iets van begrijpen.
Eigenlijk is dit wat Jezus doorlopend doet, tot het vlak voor Zijn sterven uitloopt op de uitspraak dat degenen die geloven dezelfde dingen zullen doen als Hij. Stap voor stap werkt Jezus er naartoe dat elke gelovige wordt ingeschakeld om het Koninkrijk op aarde te bouwen. Je zou hier nog even kunnen denken: Dit zijn de twaalf. Straks komen er op exact dezelfde manier nog zeventig bij en uiteindelijk zegt Jezus dat dit dus geldt voor allen die geloven. Het gaat dus om jou en om mij, Nee, het gaat om Zijn Koninkrijk dat moet doorbreken. En dat heeft haast, want Jezus zegt dat ze telkens vanuit een huis moeten werken, tenzij dat ze niet welkom zijn, dan moet je verder gaan met het Koninkrijk. Wat zou er gebeuren als wij met dezelfde haast de wereld ingaan? Dan zouden we minder tijd verspillen en zouden we zo ongelofelijk veel meer van Jezus en Zijn Koninkrijk ervaren, dan komen er doorbraken, ook in je eigen geloofsleven. Preek, verjaag en genees, in de Naam van Jezus.
Gebed: Heer, U roept ons allemaal erbij omdat Uw Koninkrijk haast heeft. Laat Uw glorie zien en bouw Uw Koninkrijk, door mij heen.