Thema: Kolossenzen
“Daarbij danken wij de Vader, Die ons bekwaam heeft gemaakt om deel te hebben aan de erfenis van de heiligen in het licht.” (Kolossenzen 1:12 – HSV)
“Breng dus met vreugde dank aan de Vader. Hij stelt u in staat om te delen in de erfenis die alle heiligen wacht in het licht.” (Kolossenzen 1:12 – NBV21)
Dat er iets te bidden is, is echt wel duidelijk. Zeker als je het lijstje erbij neemt dat Paulus noemt. Meer kennis van Gods wil, meer wijsheid en meer inzicht, wandelen op een manier die de Heer waardig is, in alles God behagen, in elk goed werk vrucht dragen en dan ook nog het gebed om kracht van Zijn heerlijkheid te ontvangen, blijdschap te hebben in het volharden en geduld te hebben. Dat is nogal een lijstje, wat tegelijk ook wel een mooie samenvatting van het leven van het geloof is. En ja, dat kost soms echt volharding en Paulus weet ook echt wel dat hier voortdurend gebed voor nodig is. Je zou het bijna als een soort ‘moet-lijstje’ kunnen gaan ervaren. Als dat nu zo is, dan moet je vooral nu door blijven lezen.
Dat heilige leven, want daar heeft Paulus het dan over, dat had al alles te maken met de hoop op de hemel, als heilige plaats, waar je nu al voor leeft. Niet om te verdienen, maar als een logisch gevolg van het Evangelie dat je hart heeft geraakt. En als je dan dat heilige, bijna onmogelijk leven zo op een rijtje hebt staan, begint Paulus nog een keer te danken. En dat dankgebed is ook weer opmerkelijk. Paulus schrijft dan niet alleen aan de gemeente, maar hij stapt over op de wij-vorm. Hij dankt de Vader, Die ons bekwaam gemaakt heeft om deel te hebben aan de erfenis van de heiligen in het licht. Dat is dezelfde erfenis als die van de hoop die voor ons is weggelegd in de hemelen. Dat leven daar zijn we dus bekwaam toe gemaakt.
Je zou je bijna nog afvragen waarom Paulus daarvan dan nog zegt dat hij niet ophoudt om ervoor te bidden. Tegelijk maakt dat gebed het misschien soms ook wel iets te makkelijk. Lukt het dan even niet, dan kun je nog altijd zeggen dat je het niet hebt ontvangen, ondanks dat gebed. Het lijkt wel daarom dat Paulus dan ook nog zegt: “Je bent al bekwaam gemaakt”. Jij bent bekwaam gemaakt om deel te hebben aan die erfenis. Dat heilige leven, als voorschot op het hemelse leven dat voor je is weggelegd dat is niet onmogelijk, want je bent er door de Vader al bekwaam toe gemaakt. Daarmee zegt Paulus dus eigenlijk: Je kunt daar keuzes in maken. Het is te makkelijk om te zeggen: “Ik kan het niet omdat ik een mens ben”. Dat argument is geen optie.
Als je vroeger nog wel eens hoorde dat je geneigd bent tot elk kwaad en niet bekwaam bent om iets goeds te doen, Paulus maakt daar nu wel korte metten mee. Je bent bekwaam gemaakt door God. Eigenlijk is het dan niet eens belangrijk hoe dat gebeurt is, maar toen je het Evangelie omarmde, heb je de bekwaamheid ontvangen voor een heilig leven. De uitleg die Paulus geeft, maakt duidelijk hoe het komt dat je bekwaam bent gemaakt. Je bent door God uit de macht van de duisternis getrokken en overgezet in het Koninkrijk van de Zoon van Zijn liefde. Doordat Paulus het woord ‘Koninkrijk’ gebruikt wordt duidelijk dat die macht van de duisternis ook een koninkrijk was, maar door daar het woord ‘macht’ te gebruiken, is het gelijk duidelijk dat dit negatief is. Je zou bij duisternis verwachten dat daar licht tegenover zou staan. Dat staat er ook wel tegenover, alleen verwoord hij dat met het positieve van het Koninkrijk van Jezus.
Je bent dus overgezet van het ene koninkrijk naar het andere Koninkrijk, je bent overgezet uit de duisternis in het licht. Dat is niet alleen een overplaatsing, maar het is een totale vernieuwing van je leven. Leven van het bloed van Jezus, is gestorven met Hem en opgestaan met Hem in een nieuw leven en dat nieuwe leven, noemt Paulus op een andere plaats gewoon het leven van een hemelburger. Hoe komt het dus dat je nu al begint te leven in het leven van straks? Omdat wat straks volmaakt zal zijn, nu als een feit is. Je bent overgezet en daarmee een burger van de hemel geworden. Dat zorgt voor de bekwaamheid om ook hemels te leven, terwijl er ook nog strijd omheen is. Het gaat natuurlijk niet vanzelf omdat het strijd omheen zit. Dat krijg je nu eenmaal in een oorlog tussen twee koninkrijken. Daarom blijft het bij Paulus ook wel naast elkaar: Blijven bidden, afhankelijk zijn en bekwaam zijn.
Gebed: Heer, vul mij met alles wat ik nodig heb om hemels te leven, maar ik wil ook mijn bekwaamheid die uit U is, helemaal inzetten om te leven zoals het Uw verlangen is.