Serie: Wachten
“En zie, er was een man in Jeruzalem, van wie de naam Simeon was, en die man was rechtvaardig en godvrezend. Hij verwachtte de vertroosting van Israël en de Heilige Geest was op hem.” (Lukas 2:25 – HSV)
“Er woonde toen in Jeruzalem een zekere Simeon. Hij was een rechtvaardig en vroom man, die uitzag naar de tijd dat God Israël vertroosting zou schenken, en de heilige Geest rustte op hem.” (Lukas 2:25 – NBV21)
Als je ergens op wacht, moet het ook iets van verwachten hebben. Als je geen verwachting hebt dat het wachten ergens toe leidt, blijf je niet wachten. En als je iets verwacht, moet je er ook geloof voor hebben. De Bijbel leert ons niet voor niets dat het geloof een vaste grond is van de dingen die je niet ziet. Je verwacht dat er iets zal gebeuren, al zie je het nog niet en daarom blijf je wachten. Dat principe geldt eigenlijk altijd met wachten. Als je op een kruispunt stilstaat voor een verkeerslicht, dan wacht je tot deze groen wordt en omdat je gelooft dat dit zal gebeuren, verwacht je dit ook. Dat maakt dat je blijft wachten. Kijk maar wat er met je gebeurt op het moment dat er al een minuut niemand over die kruising is gekomen en er gebeurt niets. Geloof dat het verkeerslicht op groen zal springen veranderd in de vraag of het wel goed gaat en tenslotte de neiging om uiteindelijk toch maar te gaan rijden.
Misschien denk je: Is dit zo belangrijk dat je dit op deze manier uitwerkt? Ik denk het wel. In de tempel, zo’n acht dagen na de geboorte van Jezus, was een man met de naam Simeon. Een van de weinigen in Israël die echt geloof had dat hij de Messias nog zou meemaken. Dat had God Hem door de Heilige Geest ook beloofd. Dat geloofde hij en daarom verwachtte hij het ook mee te maken. Dat geloof was zo sterk dat hij niet de neiging had om dan toch maar weg te gaan uit de tempel. Hij verwachtte dat God Israël zou troosten met de komst van de Messias.
Hij had een heel groot geloof in God dat Hij met Zijn troost zou komen. Die woorden ‘de vertroosting van Israël’ zijn een verwijzing naar de woorden uit de profetie van Jesaja. Hij profeteert woorden als ‘Troost, troost Mijn volk’, maar ook de woorden uit Jesaja 61 waar het over de Messias gaat die komt met verzoening, bevrijding en genezing, om zo de treurenden te troosten. Troost voor Israël, zodat het volk weer herstel zal ontvangen, zoals God het had beloofd. Omdat Simeon de Heilige Geest al had ontvangen is het waarschijnlijk dat hij niet een herstel van de staat Israël verwachtte zoals we dat in de Evangeliën vaak zien gebeuren, maar herstel in de relatie met God.
Simeon wacht onophoudelijk op dat moment. Je zou bijna kunnen zeggen: “Hij is zo oud, maar hij heeft nog geen tijd om te sterven, eerst moet deze belofte van God vervuld worden”. Dat geloofde hij absoluut! Op het moment dat Jezus dan geboren is, maakt de Heilige Geest ook precies duidelijk wie van de kinderen die het tempelplein worden opgedragen, de Messias was. Het is bij Simeon tegelijk nog iets anders wat hij ook blijkt te weten. Hij verwachtte wel de vertroosting van Israël, maar hij kijkt verder dan de herders, eerder in het hoofdstuk. Tegen de herders wordt nog vertelt dat het om de blijde boodschap voor het hele volk gaat, maar Simeon heeft te horen gekregen dat het voor alle volken is. Hij gelooft dus dat het om Israël en de volken gaat.
Met een Bijbel in ons hand is het allemaal weer makkelijk praten, maar dat wachten op wat in onze tijd nog niet is vervuld, heb jij daar hetzelfde geloof voor waardoor je blijft verwachten en waardoor je ook kunt wachten? Want die zaligheid voor alle volken, zoals Simeon profeteert, is nog steeds maar ten dele vervuld. Gaan wij in de voetsporen van Simeon zodat we blijven verwachten tot de volledige vervulling van de belofte van het Evangelie? Alleen dan blijf je wachten en terwijl je wacht blijf je bidden en blijf je ook in beweging om deze boodschap verder door te laten klinken tot iedereen het weet. Of is het niet als bij dat rode verkeerslicht en bekruipt je soms het gevoel dat het nooit meer gebeurt en neig je dan om het zelf maar op te gaan lossen. Dat is de les van de oude man op het tempelplein.
Gebed: Heer, leer mij geloven, verwachten en wachten zodat ik een zegen zal zijn, alle dagen van mijn leven.