"Naar de notentuin ben Ik afgedaald, om de nieuwe knoppen in de vallei te bekijken, om te zien of de wijnstok uitloopt [en] de granaatappelbomen gaan bloeien. Eer Ik het wist, zette Ik Mij op de wagens van Mijn gewillig volk." (Hooglied 6:11 en 12)
Soms zijn er teksten in de Bijbel die echt niet te begrijpen zijn. Dat gebeurt niet heel vaak dat je er echt niet uitkomt en dat je er echt niets bij kunt bedenken. En als dit dan gebeurt dan zijn er altijd nog wel verklaarders die helpen om in ieder geval in een richting te denken. Maar deze twee teksten uit Hooglied 6 geven eigenlijk geen enkel aanknopingspunt. Er is totaal ook geen eenduidigheid onder de verklaarders. Het lijken woorden die plotseling in het verhaal worden geplaatst, waar niemand echt van begrijpt wat er de bedoeling van is.
Het lijkt er op dat de Bruidegom naar de notentuin is afgedaald. Het lijkt niet aannemelijk dat dit over de bruid gaat omdat we de bruid nergens in de tuin bezig zien en al helemaal niet op een manier als deze. Het gaat hier niet over het werk in de tuin, maar de inspectie van de vruchten. Dat heeft telkens bij de Bruidegom gelegen. Hij is ook uiteindelijk degenen die zal gaan over de vruchten. En zoals er tuin telkens werd doorgetrokken naar de liefde en naar de personen zelf, zo zal dat ook hier de bedoeling zijn. En doordat er nu niet gewerkt wordt in de tuin, zou het kunnen zijn dat het hier gaat om het genieten van de liefde. Zoals Jezus uiteindelijk wil omgaan met onze vruchten van geloof. Genietend van datgene dat begint te ontstaan en uiteindelijk de vruchten zullen zijn waar Hij in eeuwigheid van zal genieten.
En dan komt er een tweede tekst achteraan wat totaal geen verband lijkt te hebben met vers 11. Het zou hier om zowel de bruid als de Bruidegom kunnen gaan. Zoals de Herziene Statenvertaling aangeeft lijkt het om de man te gaan, maar als we lezen hoe het er in het Hebreeuws staat kunnen we ons afvragen of dit echt de Bruidegom is. Er staat zoiets als: "Ik wist/kende niet, mijn ziel plaatste mij op de wagen van de vooraanstaanden van mijn volk." Het woord 'niet' is staat duidelijk in het Hebreeuws. Je zou er van kunnen maken: "Ik besefte het niet, toen mijn ziel mij op de wagens van de vooraanstaanden van mijn volk plaatste."
Er blijkt iets te gebeuren met, waarschijnlijk, de bruid. Buiten haar wil om, werd ze door haar ziel op de wagen geplaatst van de belangrijkste van haar volk. Alsof ze er geen grip op had, werd ze op een wagen gezet. Dat zou dan de wagen moeten zijn die haar naar de bruiloft gaat brengen. En hoe, bijna, vanzelf moet dit dan gaan. Ineens zit ze op de wagen. Haar wil doet niet eens meer mee, het komt helemaal vanuit haar ziel. Is dat onze Adventsverwachting dat we richting de bruiloft gaan met Jezus, maar dat dit niet meer uit onze wil vandaan komt, maar dat onze ziel het laat gebeuren. Dan werkt Gods Geest en de onze samen zodat we ons bewegen richting de bruiloft van het Lam.
Gebed: Mijn Liefste, er komt een tijd dat U volop kunt genieten van de vruchten uit mijn leven en ik wil door mijn ziel meegevoerd worden naar die dag dat U alles zult zijn en in allen.