"Maar Hij zei: Ga naar buiten en ga op de berg staan, voor het aangezicht van de HEERE. En zie, de HEERE ging voorbij." (1 Koningen 19:11a)
Zo, dat heeft Elia toch even duidelijk gezegd. Waarom hij daar zit? Omdat hij keihard heeft gewerkt, alleen is overgebleven en dat ze het nu op zijn leven hebben gemunt. En eigenlijk is het er helemaal klaar mee, van hem hoeft het niet meer. Maar dan gaat God hem iets laten zien. En ik vraag mij af wat Elia hiervan heeft begrepen. Want straks zegt hij nog een keer precies hetzelfde. Dan spreekt hij, na de openbaring van God, nog een keer precies dezelfde woorden uit.
Elia moet van God op de berg gaan staan, voor het aangezicht van de HEER. Nu zal het gebeuren, nu zal God laten zien Wie Hij is. We lezen niet dat Elia er bang voor was. Misschien heeft God ook geen moment verwijtend geklonken. Maar met dat Elia daar staat gaat er wel heel veel gebeuren. Hij moet daar gaan staan voor het aangezicht van God. Dat aangezicht is er op dat moment nog niet. Dat zal gaan komen. En hoe komt het? Er komt een storm voorbij die de bergen splijt. Dat is heerlijk, nee, niet die storm, maar als dit God is, dan heeft Izebel niets meer te zeggen. Dat is krachtig, dat laat niets over van alle tegenstand.
Maar... God is niet in die storm. Daarna nog een aardbeving en een vuur, maar God is er niet in. Het is lastig om precies te bedenken wat er bedoelt wordt. Maar toch krijg ik heel sterk het idee dat al die krachtige dingen die gebeuren, heel handig zouden zijn als dat God was in de situatie voor Elia. Wat zou dat makkelijk zijn geweest als God Zich op die manier manifesteert. Dan zou er geen vijand overeind blijven. En diep van binnen, als er allemaal tegenstand is, wat zou het heerlijk zijn als God Zich openbaart met macht en kracht zoals hier bij Elia.
Maar niet is minder waar. Hoe zeer Elia ook koppig is en alleen met zichzelf bezig is, terwijl hij zo hard heeft gewerkt, maar dat het nu zelfs op zijn leven is gemunt, als harde werker voor God, God komt niet in kracht en majesteit. God gaat niet vernietigend met Elia mee terug te bewoonde wereld in. God wil helemaal niet op die manier Elia gaan helpen.
En dan wordt het stil, het suist van stilte. En dan weet Elia: Dit is God! In de diepte, intense stilte, daar is God in! Overweldigend sterk, maar tegelijk, wat heeft Elia hier aan als ze het op zijn leven hebben gemunt. En toch is dit God, in stilte die machtig en krachtig is. In stilte die vol Goddelijke majesteit is. Blijkbaar voor Elia niet machtig genoeg, maar wel de manier hoe God ons wil helpen. Want in die stilte komt het tot de ontmoeting waarin God wil zijn en heel nabij wil komen. Stilte om te buigen in overgave aan God. Wat er ook gebeurd, in deze stilte, wordt Gods nabijheid ervaren. Hier is God, heilige grond, stille verwondering. En vanuit deze stilte mag je terug.
Gebed: HEER, U bent in de stilte en niet in het vernietigend vertoon van natuurkrachten die onze vijanden te lijf moet gaan. Leer mij in de stilte te genieten, leer mij om in die aanwezigheid van U te zijn.