"Zie, de Bewaarder van Israël zal niet sluimeren of slapen." (Psalm 121:4)
Zie je die pelgrim lopen, op weg naar Jeruzalem? Het was in die tijd, onderweg door het berglandschap heen geen veilige reis. Onderweg kon er van alles gebeuren en wat het niet vanzelfsprekend dat je ook werkelijk je einddoel haalde. Niet dat dit tegenwoordig anders is, maar het was onderweg echt gevaarlijk. Het was net zo gevaarlijk als dat onze geestelijke reis, op weg naar Huis gevaarlijk is. Er kan onderweg genoeg gebeuren en er zijn vijanden, ook voor ons. Vijanden die niet willen dat we uiteindelijk straks Thuis zullen komen en die ook niet willen dat we onderweg wellicht nog anderen meenemen op weg naar Huis.
Maar weet je, wij zijn niet geroepen om uiteindelijk om te komen. Een pelgrim heeft, midden in alle onzekerheid, ene zekerheid: Je komt uiteindelijk Thuis. God zal nooit toelaten dat ook maar één van Zijn zonen of dochters straks niet zal binnenkomen in het Vaderhuis. En Psalm 121 wil ons juist onderweg, midden tussen alle gevaren, bemoedigen en versterken. Juist deze psalm wil er voor zorgen dat we niet te bang of te ontmoedigd zullen worden.
De pelgrim in deze Psalm is onderweg. En wat hij precies bedoelt met de bergen vanwaar zijn hulp zal komen, is niet duidelijk. Die bergen kunnen net zo makkelijk symbool staan voor bedreiging dan voor redding. Was het omdat hij naar de laatste bergketens keek en wist dat daar achter Jeruzalem lag? Dat zou kunnen, maar zeker is het niet. Of kijkt hij naar boven, hoger dan de bergen, waar God woont. Hij weet wel van Wie zijn hulp komt. Zijn hulp is van de HEER. Wie is zijn hulp onderweg? Zijn hulp komt van 'Ik zal er zijn'. De HEER zal er zijn, op elk moment onderweg.
En weet je wat de grootste troost is? God de HEERE, Die erbij is als jij op weg bent naar het Vaderhuis, Die wordt nooit moe. Hij zal nooit sluimeren of slapen. Wij kunnen wel eens wat wegzakken, maar God zakt nooit even weg, ook niet van verveling omdat wij weer zulke domme keuzes maken. God is er altijd bij! Hoe heet het ook wordt, Hij is de schaduw onderweg, zo nabij is Hij. Als je in de schaduw van iemand wil lopen, moet die ander echt dichtbij zijn. Zo dichtbij is de HEER bij Zijn pelgrims onderweg. En zelfs 's nachts is Hij erbij, midden in de woestijn of midden tussen bergen van onmogelijkheid, Hij is er altijd bij en Hij zal je bewaren voor struikelen. Niet dat het dan altijd goed gaat, maar op weg naar je einddoel zul je er ook komen.
Altijd zal Hij over je waken. Niet met een veroordelend oog, niet al loerend of je een fout maakt die Hij zou moeten bestraffen, maar vol genade en liefde omdat Hij je wilt beschermen omdat Hij garant staat dat Zijn gelovige zoons en dochters aan zullen komen in Zijn Vaderhuis. Pelgrims zijn beter beschermd dan de koningen van deze wereld. Tot in eeuwigheid leven wij onze Gods bescherming.
Gebed: HEER, U bent er altijd bij, bij nacht en ontij, bij hitte en vervolging, altijd zijn wij veilig in Uw nabijheid. U bent altijd nabij.