"Hij echter die zich in de volmaakte wet verdiept, die van de vrijheid, en daarbij blijft, die zal, omdat hij niet een vergeetachtig hoorder geworden is, maar een dader van het werk, zalig zijn in wat hij doet." (Jakobus 1:25)
Hoe verder je komt in de brief van Jakobus, hoe boeiender het wordt. Niet alleen voor de Joden in de verstrooiing, maar juist ook voor ons. Jakobus was duidelijk dat we hoorders moeten zijn en dat we ook snel moeten luisteren. Vooral niet te snel zijn met je reactie en al helemaal niet met je oordeel. Alle vuilheid moeten we daarmee afleggen, zodat het Woord van God in ons gepland kan zijn. Maar wat moeten we dan met het Woord in ons hart? Jakobus maakt ons even in een paar zinnen duidelijk hoe het zit: We moeten niet alleen hoorders zijn, maar ook daders van het Woord.
En laat duidelijk zijn dat die zin staat zoals hij staat. Maar het zou wel eens kunnen zijn dat dit dichterbij ons komt, dan dat wij zelf willen zeggen. Niet alleen hoorders van het Woord, maar ook daders zijn, betekent nogal wat. Het is dus niet dat je kunt luisteren naar het Woord en vervolgens zeg je: "Oh, prachtig, wat mooi, ja zo is het helemaal", en je staat vervolgens op en leeft gewoon je eigen leventje weer. Natuurlijk doen wij dat niet. Of toch misschien maar al te vaak wel? En dan hoor ik nog wel eens zeggen: "Dit klinkt wel heel wettisch en dit is zeker geen vrijheid, als we iets moeten." Jakobus weet daar wel raad mee.
In de eerste plaats schrijft Jakobus dat als je wel hoort, maar niet doet dat je dan eigenlijk iemand bent die in de spiegel kijkt, maar zodra hij is weggelopen bij die spiegel, niet meer weet wat hij zag. Het Woord laat je dus jezelf zien en vervolgens loop je weg en je weet echt niet meer wat het Woord zei. Zoiets als: "Je moet een dader van het Woord zijn", en vervolgens denk je dat dit inderdaad voor jou helemaal klopt, je stopt om er over na te denken en je gaat gewoon verder waar je gebleven was en heb het even gezien, maar nu weet je er niets meer van.
Dat is hetzelfde als dat je in de spiegel kijkt, ziet dat je haar helemaal niet goed zit, maar je loopt weg, zonder er iets aan te doen en we weet al niet eens meer hoe voor gek je loopt, terwijl de spiegel het toch duidelijk liet zien. Dan zegt Jakobus: "Je moet je verdiepen in de volmaakte wet van God." En die volmaakte wet brengt je nog vrijheid ook. Het gaat dan natuurlijk niet om iets verdienen door je aan de wet te houden. Het geheim zit in het je eigen maken van de volmaakte wet. Het gaat hierbij om die kant van het Woord waarbij het over Gods wil gaat die we moeten doen. Maar die wet moet geen regel zijn, maar die wet wordt in je hart geschreven op het moment dat je deze met zachtmoedigheid ontvangt. En waar de wet van binnen zit, zijn het geen regels maar, maar ga je Gods wil doen omdat deze is gaan behoren bij je identiteit in Christus. De Geest van God maakt je dan tot dader van het Woord en ga je alles doen, vanuit liefde.
Gebed: Vader, Uw wet wil ik ontvangen.zodat ik in alles Uw wil zal doen. Laat Uw Woord mij daarbij helpen en ik wil mij een maken met Uw Woord zodat ik gewoon doe wat U vraagt!