“Simon Petrus antwoordde en zei: U bent de Christus, de Zoon van de levende God.” (Mattheüs 16:16)
Er is nog een aspect van de communicatie met God die we nog niet echt hebben benoemd. Het gaat niet alleen om vragen, het gaat ook om geloven. Het gaat ook niet alleen om belijden, maar het gaat ook om je uitstrekken naar wat God je wil geven. Het is nooit het ene of het andere. Zoals een kind met zijn vader over van alles praat, zo is het ook in de relatie met God. Maar in een vraag die Jezus stelt aan de discipelen komt ook nog een antwoord dat belangrijk is en waar we de kracht niet van moeten onderschatten.
Jezus stelt een vraag waarvan Hij echt het antwoord wel wist. Hij vraagt aan Zijn discipelen om te vertellen wie de mensen zeggen dat Hij is. Wellicht hoorde Jezus dit zelf niet letterlijk, maar de discipelen wel als ze onder de mensen waren, maar het kan ook een vraag zijn geweest die Hij als intro wilde gebruiken om de vraag ook bij hen neer te leggen.
De antwoorden uit de menigte blijken nogal divers te zijn. En dan komt de vraag richting de discipelen: “Wie zeggen jullie dat Ik ben?” Is deze vraag apart? Eigenlijk niet eens, Jezus wil eigenlijk gewoon weten hoe ze tegenover hem staan. Maar toch hoort dit ook wel echt bij de communicatie met God! Natuurlijk wil Jezus een antwoord, maar tegelijk weten we ook dat Jezus weet wat we denken, dus het antwoord kende Hij echt wel. Misschien heeft Jezus wel gedacht: Het antwoord is mooi, maar wat jullie zeggen begrijpen jullie nog niet voor de helft.
Het antwoord is wel duidelijk. Ze zeggen dat Hij de Christus is, de Zoon van de levende God. Dit antwoord, dat Petrus geeft, ook namens de anderen, is een krachtig antwoord. Het is maar dat je het even weet. En niet alleen dat Jezus dit weet, maar vooral ook dat de hele geestelijke wereld het weet.
De vraag is natuurlijk niet alleen voor de discipelen, maar ook voor jou en mij! Nu, voor dit moment is dat ook belangrijk. Ik weet niet hoe satan jou soms aanvalt, maar als er iets belangrijk is in de geestelijke strijd dan is het wel dat je Gods waarheid uitspreekt. Dat is wat Petrus doet. Aan de ene kant zegt hij tegen Jezus: “U bent mijn Christus, mijn Messias”, maar tegelijk zegt hij tegen satan: “Jezus, is mijn Redder en ik geloof dit absoluut.” En daarmee raakt satan zoveel inspraak en aanspraak op je leven kwijt. Op grond van het werk van Jezus en op grond van jouw belijdenis, gebeurt er iets in de geestelijke wereld. Je neemt Jezus aan, maar je zet daarmee satan ook aan de kant. En het is zo belangrijk dat we deze vragen van Jezus regelmatig beantwoorden.
Bedenk ook dat Jezus je antwoord gewoon waard is. Vertel Hem gewoon eens wat je van Hem vindt en laat de vijand gerust meeluisteren. En hoe meer je deze waarheden gaat uitspreken hoe meer je geloof zal groeien.
Gebed: Jezus, ik vind U de allermooiste, U bent meer dan ik kan zeggen en ik geloof dat U mijn Redder bent, maar ook mijn Koning!