"Ik wil dan dat de mannen op alle plaatsen bidden met opheffing van heilige handen, zonder toorn en meningsverschil." (1 Timotheüs 2:8)
Paulus heeft aangegeven hoe groot de waarde van zijn woorden is. En dan beginnen we ondertussen bij een heel lastig gedeelte te komen. Een gedeelte waar ook in onze tijd de meningen stevig over verdeeld zijn. Mannen en vrouwen in de eredienst. En eigenlijk begint Paulus al in dit vers. Paulus gaat het weer hebben over het gebed. En nu met name het gebed in de gemeente. En het is opmerkelijk dat Paulus dan alleen de mannen als bidders noemt. Hebben de vrouwen dan geen plaats in het gebed? Mogen vrouwen niet bidden in de gemeente?
Als je van te voren bedenkt dat vrouwen in de gemeente moeten zwijgen, dan is het zeker dat je vroeg of laat een keer tegen teksten aanloopt die het tegendeel laten zien, maar als je er van overtuigd bent dat vrouwen in de gemeente mogen spreken, dan is het net zo zeker dat je vroeg of laat tegen teksten aanloopt die het tegendeel laten zien. En ja, Paulus zegt hier duidelijk dat de mannen in alle plaatsen moeten bidden met opgeheven handen. Die handen wijst op het besef van de heiligheid van God. We komen dit ook in het Oude Testament meerdere keren tegen. Vaak bij gebeden waar het er echt om is gaan spannen. Denk aan situatie met Mozes en het volk in de woestijn.
Maar waarom dan alleen de mannen? Het antwoord is niet eenvoudig. Wellicht was dat in deze streek een gewoonte, want Paulus zegt namelijk niet dat vrouwen niet mogen bidden in de gemeente. Sterker nog, in de brief aan Korinthe gaat hij er zelfs vanuit dat vrouwen bidden en profeteren in de gemeente. Dit zegt hij in het hoofdstuk over de hoofdbedekking van vrouwen.
We kunnen er dus eigenlijk niet veel van zeggen, te meer omdat ook in de belofteteksten rondom Pinksteren, ook de dochters worden genoemd die zullen profeteren. Misschien moeten we dit punt ook niet als discussiepunt nemen, maar veel meer ons druk maken over wat er volgt. Jezus zegt ergens in het evangelie naar Markus dat je pas mag bidden als je elkaar hebt vergeven. Daar lijkt het tweede gedeelte van deze tekst naar te wijzen. Bidden dat wordt pas effectief als je dit doet zonder meningsverschillen en twisten. Het gebed als de eenheid ontbreekt door meningsverschillen is een gebed dat van zijn kracht is beroofd. Waar de eenheid en liefde onder elkaar funtioneert merken we telkens dat Gods Geest krachtiger werkt dan op plaatsen waar dit niet zo is.
Bidden, zoals Paulus in dit hoofdstuk duidelijk maakt en zeker het bidden in de gemeente, of op plaatsen waar de samenkomst plaatsvindt, dat mag nooit beschadigd worden door meningsverschillen en ruzies. Als dat zo is, gaat het niet goed. En bedenk dat er verschillende soorten van geloofsbeleving kunnen zijn, zonder dat het elkaar hoeft te bevechten. Veelal merken we dat juist door de geloofsbeleving en niet het geloofsfundament, de eenheid ontbreekt en dat er afstand komt. Let dus op je houding naar elkaar. Aanvaart elkaar in liefde, ook als er verschillen zijn, zolang deze niet haaks staan op Gods Woord.
Gebed: Heer, wij belijden allemaal dat er veel meningsverschillen en ruzies zijn in Uw lichaam. We vragen U ootmoedig om vergeving, zodat onze gebeden krachtig zullen zijn en U de ruimte krijgt om te werken door onze gebeden heen.