"Deze dingen hebben een zinnebeeldige betekenis; want deze vrouwen zijn de twee verbonden: het ene, dat van de berg Sinaï, dat kinderen voortbrengt voor de slavernij, dat is Hagar." (Galaten 4:24)
Paulus gebruikt dan tenslotte ook nog een ander beeld als het gaat om genade en wet, over vrijheid en slavernij. En in dat beeld wordt ook wel radicaal duidelijk hoe we er mee om moeten gaan. Paulus blijft Abraham telkens opnieuw gebruiken. Net als het verschil van een kind en een slaaf. Hij maakt het nu alleen nog iets heftiger. Hij werkt het uit in het beeld van Hagar en Sara. En hij past deze geschiedenis toe als een beeld van de geestelijke werkelijkheid. Over vergeestelijking gesproken.
Paulus vergelijkt Hagar met het verbond van de Sinaï en dat komt overeen met het Jeruzalem van de offerdienst en de Oud Testamentische wetgeving. Maar de kinderen van Hagar zijn slavernijkinderen. Hagar was een slavin en de kinderen die uit de relatie van Abraham met Hagar zijn voortgekomen zijn geen erfgenamen, omdat het slaven zijn. De enige die voor de erfenis in aanmerking kwam was Izak. Hij was een kind van het andere verbond, een kind van het verbond van God met Abraham waarvan God had gezegd dat in Abraham, in het geloof van Abraham, alle volken gezegend zouden worden.
Er zijn dus twee soorten kinderen. Daarmee zegt Paulus niet dat dit is zoals met gewone kinderen, die zijn van de ene of van de andere moeder. Het is slechts een afbeelding op het gebied van slaaf of vrije! Bij welke van de twee je hoort is niet onomkeerbaar, zo bedoelt Paulus het niet. Want een slaaf kan wel vrij worden door het geloof. Het gaat hem over het punt wat je bent. Paulus zegt dan tegen zijn lezers dat zij kinderen van Sara zijn en van het goede verbond. Paulus weet wel dat waar God geloof geeft, dat dit ook blijvend zal zijn, ondanks zijn twijfelende houding, op een eerder moment.
Ondertussen is Paulus dus bij zijn lezers gaan zitten en maakt duidelijk wat er met die wettische kant moet gebeuren. Dat is het kind Ismaël, dat is het kind van het verkeerde verbond. En als je daar iets van terugvindt in je leven, dan moet je met dat kind doen wat ook Abraham moest doen met Hagar en Ismaël. Hij moet Hagar met Ismaël wegjagen de woestijn in!
Alleen de kinderen van de vrije zullen erven en de andere moet verdwijnen. En reken dat daar strijd bij heeft gezeten voor Abraham. Ismaël was wel zijn eerste kind. Daar was hij dus wel aan gehecht, hoe fout de oorzaak ook was dat dit kind er gekomen was. Dat gevoel, daar gaat het Paulus om. Dat wettische wat we moeten wegsturen, dat gaat je ergens aan je hart, want je bent er aan gehecht geraakt. En juist dat moet je dan loslaten en wegsturen en alleen genade en vrijheid in Christus omarmen.
Het wettische, het verdienen bij God, dat brengt je uiteindelijk alleen maar in de woestijn. Natuurlijk was de Sinaï een ontmoetingsplaats met God, maar uiteindelijk was dat niet wat Israël zou vrijmaken van schuld en zonde. De wet wees het alleen maar aan en liet de zonde alleen maar meer uit zijn schuilhoeken komen. Om echt vrij te worden is er alleen een verbond van genade. Dat maakt vrij omdat God de afspraak met ons is aangegaan dat er door het geloof in Jezus, echt vrijheid is. Dat verbond, dat is het juiste verbond van Abraham. En als wij Abrahams kinderen zijn, dan zijn we geen kinderen uit een menselijke oplossing, maar zijn de kinderen van de Goddelijke oplossing. Niet het menselijke handelen om het te redden, maar Gods handelen om het te redden. Niet werken, maar geloven, niet verdienen, maar ontvangen.
Gebed: Heer, ik stuur elk stukje nageslacht van Hagar we en ik omarm elk stukje Izak in mijn leven.