Thema: Eerste brief van Petrus
"Maar u bent een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterschap, een heilig volk, een volk dat God Zich tot Zijn eigendom maakte; opdat u de deugden zou verkondigen van Hem Die u uit de duisternis geroepen heeft tot Zijn wonderbaar licht." (1 Petrus 2:9)
Heb jij je wel eens geprobeerd voor te stellen hoe het voor de discipelen geweest moet zijn op het moment dat Jezus naar de hemel ging? Elk jaar weer rond Hemelvaartsdag houdt dat mij bezig. Je zou, na al zoveel te hebben meegemaakt met Jezus Hem nu naar de hemel zien gaan. Toen Hij stierf was het alsof de wereld stil bleef staan en wisten de discipelen niet meer hoe het verder moest, maar nu Hij naar de hemel gaat is het waarschijnlijk niet veel anders geweest. De veertig dagen tussen Pasen en Hemelvaart zijn dan wel bijzonder geweest, maar nu lijkt het afscheid dan toch echt wel definitief. Ze staan er op dat moment, voor hun gevoel, echt alleen voor. Natuurlijk had Jezus de belofte gegeven dat de Heilige Geest zou komen, maar dat is voor ons te begrijpen, maar zouden de discipelen wel geweten hebben op wat voor verschijnsel ze moesten wachten? En de vraag die misschien nog wel belangrijker was: Wat is nu eigenlijk hun bestemming? Wat moeten ze op aarde doen?
Je kunt zeggen dat de discipelen als geen ander tot Jezus zijn genaderd als tot een levende steen. En toch lijken ze bij de Hemelvaart van Jezus ook niet meer precies te weten wat ze moeten doen en daarom luisteren ze gehoorzaam naar Jezus, gaan ze naar Jeruzalem en blijven daar biddend wachten op wat komen gaat. Onderdeel zijn van dat levende en geestelijke gebouw van God waar we met alles dat in ons is leven voor onze God, dat valt nog niet eens mee. Daarom is het goed om juist op de dag na Hemelvaart even tegen elkaar te zeggen waar je voor bedoeld bent. De discipelen hoefden ook niet ineens aan de slag, ze mochten uiteindelijk ook nog tien dagen wachten op de Heilige Geest, maar als ze dan vervuld zijn, dan gaan ze ook echt doen waar ze voor bestemd zijn. Om dat te kunnen moet je wel weten wat je bestemming is als het zover is. Petrus is daarover heel duidelijk in zijn brief. De brief waarmee hij begon te schrijven aan de vreemdelingen in de verstrooiing. En wat waren dat ook al weer voor vreemdelingen? Uitverkoren vreemdelingen. Uitverkoren naar de wil van God en bedoeld om geheiligd te zijn door de Heilige Geest. En dan zijn we in hoofdstuk 2 en dan zegt Petrus: Jullie zijn een uitverkoren geslacht.
Weet je, jij bent een uitverkoren generatie. Uitgekozen door God, zoals de brief ook al begon en als uitverkoren generatie ben je een koninklijk priesterdom. Priesters in het Oude Testament waren door God uitgekozen om bijzonder heilig te zijn binnen het volk van God. Jij bent uitgekozen als een heilig, apart gezet volk van God en je bent, doordat je bent gaan staan op de hoeksteen Jezus Christus en daaruit leeft, daardoor heeft God jou tot Zijn eigendom gemaakt. Dat is uitverkoren zijn! Door God uitgekozen om Zijn eigendom te zijn. Omdat jij ging geloven en omdat God jou koos. Maar niet zomaar, niet zonder doel. Je bent een priester voor God. Priesters brachten offers, maar zegenden ook het volk. Ze waren actief om het volk telkens te verzoenen met God en hen te laten leven onder Zijn zegen. En nu zijn wij geroepen als een generatie van priesters. Jij bent niet geroepen om maar af te wachten wat er komen gaat, jij gelooft niet voor jezelf, maar je bent geroepen door God Zelf om Zijn deugden te verkondigen. Deugden zijn de grote en goede dingen die God doet. Zoals een priester de verzoening in beweging bracht door dieren te offeren, zo mag jij vertellen in deze wereld van de grote en goede dingen van God. Je bent geroepen als een koninklijk priesterschap. Jij bent bestemd om het Koninkrijk van Jezus Christus zichtbaar te maken op aarde zodat mensen verzoend worden met God en hun plaats in dat Koninkrijk gaan innemen.
En nog één ding: Net als een priester ben ook jij bedoeld om een zegen te zijn en om de zegen van dat Koninkrijk uit te delen. Natuurlijk mag je verzoening aanzeggen, maar je mag de zegen van dat hele Koninkrijk in de Naam van Jezus brengen. Zegen is heelheid, vreugde, rust en shaloom, zodat iedereen uit de duisternis van de vloek zal komen tot het licht van Jezus. Het hele Koninkrijk mag jij brengen, zichtbaar maken en uitdelen. Dat is je bestemming, ook als Jezus in de hemel is en wij Zijn Geest in ons hebben ontvangen.
Gebed: Heer, dank U wel voor zo'n mooie bediening en bestemming voor mijn leven. Ik wil als een koninklijk priesterdom en een heilige generatie leven voor U en U Koninkrijk bouwen op aarde.