Thema: In verwachting
“Maar als wij hopen wat wij niet zien, dan verwachten wij het met volharding.” (Romeinen 8:25)
Geloof je in Jezus als je Redder? Dan ben je zalig. Dat is een logische uitspraak, toch? Of klopt het toch niet helemaal? Als je in Jezus gelooft, ben je dan zalig of word je dan zalig? Is dit een uitspraak waarbij het over geloof en gevoel gaat? Misschien wel, maar Paulus vindt het in ieder geval nodig om na de twee manieren van ‘verwachten’ in Romeinen 8, nog een keer het woord ‘verwachten’ te gebruiken. En dat draait dan precies over deze vraag: Ben je zalig of word je zalig?
De vorige keer zagen we al dat het bij Paulus heel vaak gaat over het verschil tussen de geestelijke werkelijkheid en de lichamelijke realiteit. Soms gebruikt hij dan ook de woorden ‘lichaam’ of ‘geest’, maar hij doet het hier ook nog op een andere manier. Hij zegt: “We zijn in hoop zalig geworden”. Zodra je iets letterlijk, fysiek ziet en ervaart, hoef je niet meer te hopen. Hopen doe je op iets dat je er nog niet is. Dat geldt natuurlijk vooral in het aardse leven. Hoop krijgt nog meer invulling als je er ook geestelijk naar kijkt. Hopen doe je geestelijk op iets wat er al wel is, wat je al hebt ontvangen, maar wat je nog niet ervaart. En dat komt dan omdat de geestelijke werkelijkheid afwijkt van wat we fysiek ervaren. We leven nog midden in de gebrokenheid.
Zaligheid is een geestelijke werkelijkheid, die uiteindelijk ook een fysieke realiteit zal krijgen, maar op dit moment is dat er nog niet. Het enige dat dan overblijft is de hoop op dat moment dat we met alles wat in ons is zullen ervaren dat onze zaligheid een waar is. We hopen dus op dat wat we nog niet echt ervaren en meemaken. Want wees even eerlijk: Zo zalig voelt het leven op aarde niet, al leef je nog zo dicht bij God.
En hopen is iets wat we niet zien, anders hoeven we niet meer te hopen. Het gaat Paulus niet om aardse hoop. Dan hoop je dat het uiteindelijk goed zal komen, maar zeker ben je daar niet van. Dat is in het geloof heel wat anders. Hoop is zeker weten dat de dingen die er nog niet zijn, wel realiteit zijn. We blijven dus hopen, midden in dit leven dat er nog niets van laat zien. De vraag is of hoop dan genoeg is. Nee, dat is het niet. Naast hoop heb je ook volharding nodig. Volharding in de hoop dat wat je verwacht ook werkelijk zal komen. Het is opmerkelijk dat de woorden ‘hoop’ en ‘volharding’ in het Nieuwe Testament heel vaak bij elkaar horen.
Tegelijk is dat dan ook maar al te vaak het moeilijkste dat er is. Blijven hopen, juist ook als het lang duurt. En dan niet een soort fatalistische hoop, maar echte Bijbelse hoop dat wat God heeft belooft, ook echt zal komen. We zijn al zalig in de hoop, noemt Paulus het. Omdat de hoop die hij bedoelt absoluut zeker is, is je zaligheid dus ook absoluut zeker. Op die manier hopen we. In hoop ben je zalig en dat is een zekerheid. De hoop blijft zolang dit leven er is. Paulus zegt tegen de gemeente in Korinthe dat er geloof, hoop en liefde is. De laatste blijft, maar geloof en hoop stoppen op het moment dat we het helemaal ontvangen. Je hoeft straks niet meer te geloven in iets dat je ziet en je hoeft ook niet te hopen op iets dat je hebt ontvangen.
Verwachten met volharding, dat is nog helemaal niet zo eenvoudig en ik geloof steeds meer dat we daarbij ook elkaar nodig hebben. Juist ook als het in je leven niet zo zalig is, juist dan moeten we elkaar bemoedigen met de hoop op de zaligheid, die absoluut zeker is. Dan kun je volhouden, anders zou je de moed verliezen. Er is al zoveel in je leven geweest dat niet was zoals je had verwacht en je zou soms de moed dan kwijtraken. Maar wij geloven dat dit leven niet alles is, straks begint de eeuwige zaligheid en zal alles volmaakt zijn en tot die tijd hopen we, met geloof en met volharding. En we zeggen tegen elkaar: Houd vol, Hij laat niet los.
Gebed: Heer, ik wil Uw toekomst blijven verwachten en ik hoop erop, omdat ik zeker weet dat U het zult geven, maar help mij te volharden en helpt ons elkaar te volharden.