Thema: In verwachting
“Hij spitte hem om en zuiverde hem van stenen, Hij beplantte hem met edele wijnstokken. In het midden ervan bouwde Hij een toren, en hakte ook een perskuip daarin uit. Hij verwachtte dat hij goede druiven zou voortbrengen, maar hij bracht stinkende druiven voort.” (Jesaja 5:2)
Dat het met Advent over verwachting gaat is wel duidelijk. En je zult wel begrijpen dat als je elk jaar Advent hebt en elk jaar in deze periode over ‘verwachten’ schrijft, dat het ook wel eens lastig kan zijn om ieder jaar weer een overdenking of twaalf rond dit thema te schrijven. Op een gegeven moment heb je alle teksten rondom het thema verwachten voor je gevoel gehad. Tot God je dan ineens weer iets laat zien wat je nog niet eerder had gezien. Het woord verwachten kun je niet alleen op ons betrekken, maar ook op God.
Het is een beetje afhankelijk van je zelfbeeld en van je Godsbeeld hoe je antwoord geeft op de vraag wat God verwacht. Zeker als je dit betreft op Zijn verwachting van jou. Je zou als antwoord kunnen geven dat God niets van ons verwacht want we zijn tot niets goeds in staat. Er zijn zelfs belijdenisgeschriften die deze conclusie trekken. Op basis van Romeinen 3 zou je zoiets kunnen bedenken. Er is niemand die goed doet, lees je dan. De vraag is of je daarmee kunt zeggen dat God niets goeds van je verwacht. En ook zou ik de vraag dan willen stellen of dat echt letterlijk klopt.
Is het waar dat God niets goeds van ons kan verwachten omdat wij niet goed doen? Dat klinkt heel nederig en vroom, maar alleen al op basis van gewone feiten weet je dat het zo zwart-wit niet is. Jij bent wel in staat om goede dingen te doen. Als je bij je buurvrouw die ziek is, gewoon uit naastenliefde een pannetje soep brengt, dan doe je goede dingen. Natuurlijk begrijpen we de woorden van Paulus wel, want we doen heel veel dingen niet zoals God het bedoelde. Zelfs een pannetje soep kan iets worden waarmee je iets voor jezelf doet.
God verwacht in ieder geval wel dat je goede dingen doet. Dus dan kun je niet anders concluderen dat je in staat bent om goede dingen te doen. Niet om iets te verdienen bij God, maar omdat je gewoonweg een keus hebt en dat je mens bent die ook regelmatig goede dingen doet in de maatschappij. Het is te zwart-wit om te zeggen dat dit niet klopt. Kijk maar even mee naar wat God verwacht. Dat begint al in Zijn verwachting over Israël, maar later ook over jou en mij. En eigenlijk is het ook wel vreemd als de Heilige Geest in je leven werkt, dat je dan geen goede dingen zou doen.
Als je in Jesaja 5 leest wat Gods verwachtingen zijn van Israël dan wordt er één ding heel duidelijk: God had de lat hoog gelegd. Hij vergelijkt Israël met een wijngaard. Het is Zijn wijngaard! Hij noemt haar in profetie van Jesaja zelfs ‘Mijn Beminde’. En als Wijngaardenier heeft Hij er alles aan gedaan om Zijn wijngaard zo goed mogelijk te onderhouden. Alles wat Hij aan de wijngaard kon doen heeft Hij gedaan. En Zijn verwachting was dat de wijngaard goede druiven zou voortbrengen, maar er kwam niets van terecht. Was er iets mis met de verwachting van God? Nee, Gods verwachting was terecht, gezien al Zijn werk. En toch brengt de wijngaard stinkende vruchten voort. En wat doet God? Hij neemt de omheining weg en geeft Zijn wijngaard, Zijn Beminde, over aan het verval.
Ik merkt dat het mij schokte toen ik dat opnieuw las. God verwacht iets van Israël toen, maar ook van ons nu. Ja, we leven buiten het paradijs en zeker, onze beste daden zijn nooit meer 100% goed, maar ondanks dat heeft God wel degelijk een verwachting. En dat levert een hele spannende vraag op, want wat als we niet aan die verwachting voldoen? Is dan het beeld van Israël ook het beeld dat op ons van toepassing is? Die vraag roept nog wel om een antwoord.
Gebed: Heer, U hebt een verwachting, ook van mij. Ik wil echt leven voor U en U dienen, maar soms gaat het mij zo moeizaam af en ben ik op zoveel andere dingen gericht.