Thema: Gelukkig met de psalmen
“Een pelgrimslied. Welzalig is eenieder die de HEERE vreest, die in Zijn wegen gaat.” (Psalm 128:1 – HSV)
“Een pelgrimslied. Gelukkig ieder die ontzag heeft voor de HEER.” (Psalm 128:1 – NBV21)
Je kunt het zomaar voor je zien: Een gezin in de tijd van het oude Israël en het is bijna Grote Verzoendag. Ze zijn met elkaar onderweg. Ook hier weer blijkt de enorme gemeenschapszin van Israël. Met elkaar onderweg als pelgrims. Misschien is het wel een stoet van verschillende gezinnen geweest. Onderweg zingen ze het pelgrimslied over het gezin. Dat is wat je toch wilt als je een gezin hebt: De zegen van God, het werk van je handen dat gezegend wordt en je kinderen als je parels om je heen. De grote vraag is hoe je altijd onder die zegen kan leven en zelfs dat je de kinderen van je kinderen zult zien.
Voordat je verder gaat met denken, je moet deze psalm niet omdraaien. Je moet er niet van maken dat als de zegen ontbreekt, dat dit direct betekent dat je niet voldoet aan wat deze zaligspreking zegt. De gebrokenheid van deze wereld zorgt voor pijn, tot kinderloosheid toe, maar kinderloosheid betekent niet dat je niet trouw zou zijn aan God. Dat is altijd erg moeilijk bij dit soort psalmen als de zegen ontbreekt dat wij heel snel geneigd zijn om conclusies te trekken, maar zo is het niet bedoeld. Het gaat om het principe wat deze psalm je laat zien.
Vanaf het tweede vers wordt de zegen beschreven die volgt op het eerste vers. De zaligspreking is hier de voorwaarde voor de zegen. Je bent echt gelukkig in je gezin als je dit doet. Als je ontzag hebt voor de HEER, Hem vreest en als je in Zijn wegen gaat. Als je dat doet, dan is er zegen te verwachten. En ik merk dat ik ergens de slag om mijn arm wil houden van het punt dat er ook nog gebrokenheid is waardoor, ondanks dat je ontzag hebt voor de HEER en in Zijn wegen gaat, het toch niet is zoals het hier staat. En ja, je moet het niet omdraaien, maar je moet deze psalm ook niet, door zo’n slag om je arm, ontkrachten.
Ik wil helemaal geloven dat deze psalm als een belofte is voor je gezin. God is trouw en Hij heeft je lief en daarom geloof ik dat ondanks de gevolgen van de gebrokenheid, dit toch waar is. Je werk zal voor je eten zorgen en een vrouw in het gezin zal vruchtbaar zijn en kinderen zullen een zegen zijn in het gezin. Ik weet echt wel van gebrokenheid, maar ik wil niet dat we dit als ‘excuus’ zouden kunnen gebruiken op het moment dat je niet helemaal doet wat het eerste vers van je vraagt. Dat het ontbreken van zegen dan de eerste reactie zou hebben: “Dit is nu eenmaal de gebrokenheid”. Ik wil je uitdagen om altijd vanuit Gods principe te denken en als je dat doet en de zegen ontbreekt alsnog, dan mogen we ook naar die gebrokenheid kijken, maar alleen in die volgorde.
De vraag, en in Gods principe komt die echt in de eerste plaats op de man af, de vraag is: “Hoeveel ontzag en eerbied wil jij voor de HEER hebben. Is het echt zo dat jij direct en in alles wil reageren op Gods bedoelingen voor jouw leven en voor het gezinsleven. Wil jij echt de keus maken om in Zijn wegen te gaan en niet alleen een keus maken, maar het vervolgens ook echt doen. Dit is echt geen verdienmodel voor genade, maar dit is wel het principe van leven onder Gods grote paraplu van Zijn zegen. Dit is een principe van Gods Koninkrijk vanuit Hem gedacht en geloofd. Dat is een uitdaging voor ons, omdat wij nu eenmaal het helemaal niet vanzelfsprekend vinden om echt in alles in Zijn wegen te gaan. Misschien is dat voor de een de gezinsstructuur met de manier van gezag zoals God het heeft bedacht en voor een ander de manier van intimiteit beleven in je huwelijk. Het zal voor ieder een andere vraag zijn, maar als je als pelgrim onderweg wil zijn, verlangend naar Gods zegen, is dit het principe: “Heb ontzag voor God en doe wat Hij vraagt”, dan mag je als een belofte ook gaan staan op de rest van deze psalm.
Gebed: Heer, ik geloof in Uw principes en Uw zegen, ondanks dat ik ook gebrokenheid ervaar. Ik kies opnieuw om in Uw wegen te gaan.